Ieder zijn plaats

Nogmaals Giselles column van vorige week, nu mét slotzin...

In de uitzending van WNL van zondag 14 april werd ons huidige onderwijs behandeld. Al jaren roep ik dat ons ooit zo uitstekende onderwijs aftakelt en de plannen die er wel eens worden geopperd 'ter verbetering' vind ik tenenkrommend. Mijn mening wordt gedeeld door mensen uit het vak. Gedurende tien jaar was ik óóit een niet onverdienstelijk lerares. In 2005 vond ik het vanwege het toen geldende lerarentekort nodig me als parttime leerkracht op mbo en vmbo opnieuw aan te melden. Na mijn proeftijd van een maand heb ik ervoor bedankt. Met de grenzen die ik stelde (en waaraan kinderen een schreeuwende behoefte bleken te hebben), zouden enkele ouders me voor de rechter kunnen slepen en "dát zou ik altijd verliezen", zei de mentor. Zo verloor het onderwijs een toegewijde docent en ik mijn allerlaatste illusies. Dat er nog maar weinigen te vinden zijn voor dit beroep, begrijp ik als géén ander. Hulde aan hen die nog wél voor de klas staan. En aan de oud-leerlinge die mij jaren later bij toeval tegenkwam, me toevertrouwend, dat ze het heel erg vond, dat ik ermee gestopt was. Had ze eindelijk iemand die 'haar aankon' en aan het denken had gezet, ging ze wég! Vervolgens had dit meisje het roer omgegooid, het mbo afgerond en nu een fijne baan. Een groter compliment kon ik niet krijgen. Maar wat doe je ermee? In voornoemd televisieprogramma sprak Samira Bouchibti – politica, beleidsadviseur sociale maatschappelijke vraagstukken, auteur, columnist, moeder en nog véél meer (petje af!) – haar zorgen uit over ons onderwijs. Volgens haar holt het achteruit, de afgelopen 20 jaar. Wat een verademing, dacht ik, ze haalt me de woorden uit de mond! "Een beetje innoveren mag, maar pas op, kinderen moeten klaargestoomd worden om deel uit te kunnen maken van onze veeleisende, ingewikkelde maatschappij, het ontbreekt tijdens schooltijden vooral aan discipline." Ook zij hanteert de gulden regel: "Ik ben streng, maar rechtvaardig, wil zelf, dat kinderen elkaar aankijken als ze wat vertellen, dat ze luisteren en elkaar netjes laten uitpraten, dat ze beleefd zijn." Er worden plotseling allerlei nieuwe scholen opgericht en volgens de inspectie voldoet er zelden één aan de eisen, zijn ze te experimenteel en wérken ze niet. "Iedereen mag zijn neus achternalopen, de leraar dient "de universele beeldentaal" (???), kinderen mogen bijvoorbeeld schilderen of buiten gaan spelen." Pardón??? Dat doen ze toch ná school al? Terecht zegt mevrouw Bouchibti dat er een "Task Force Onderwijs" nodig is. De leerkrachten die ik ken, werken keihard, zijn doodmoe en ze hebben óók hun handen vol aan de control-freakende ouders van hun leerlingen, zoals we al konden zien bij 'De luizenmoeder'. Leerkrachten haken daardoor vroeg of laat af, net als ik. Eeuwig jammer, want het zijn kundige mensen aan wie je als ouders je kind met een gerust hart kunt afstaan. Loslaten, heet dat. Iedereen moet zijn plaats kennen op weg naar de volwassenheid van z'n kind, juist omwille van dat kind. Ook ouders.