Omdenken

Zou het nou niet beter zijn voor onze aarde, wanneer we níet kijken naar alternatieve voorzieningen, die onze exorbitant hoge behoefte aan vervuilende energie kunnen blijven voeden, maar juist naar elke mogelijkheid om mínder te verbruiken, zoals tot eind jaren '70? Babyboomers zijn zo opgevoed door ouders met een oorlogsverleden. Op Aruba leefden wij 'the American dream'. Maar wij vertrokken naar Nederland, omdat mijn moeder de hare wilde bijstaan. Ik vermoed dat het een excuus was. Ze vond het eilandleven te leeg, wilde diepgang. Mijn Arubaanse vader stond achter haar. De eerste jaren maakten we allerlei dagtochtjes: Waterloo, Brussel, Maastricht. Maar tussen mijn 10e en 22e jaar (toen was ik als jongste óók zelfvoorzienend) hadden mijn ouders het financieel zwaar. Toch heeft het mij aan niets ontbroken. Alles was zo heerlijk simpel: Je kreeg één schooltas waar je het gedurende je hele middelbareschooltijd mee moest doen. Kapot stiksel? De schoenmaker wist raad. Ik had één paar bruine en één paar zwarte schoenen en voor de zomer sandalen. Mijn kleding – gedragen door mijn oudere zus of door mama zelf genaaid – paste in een kast van één meter breed. Je had 's zondagse kleren en 'doordeweekse'. Ging er iets kapot? Mijn moeder kon alles onzichtbaar herstellen. Werd mijn jurk of rok te kort, dan ging de zoom eruit en borduurde ze een rand op de 'vouw'. Aan sommige jurken kwam een groter lijfje, zo'n wijde rok was ideaal om te recyclen. Een te kleine trui 'haalde ze uit', de krinkelende wol werd gewassen en zag eruit als nieuw. Een bijpassend kleurtje zorgde voor een groter modelletje en Giselleke was klaar voor een nieuw seizoen. Bij iedereen ging het zo en als ik mijn oude foto's bekijk, staan mijn vriendinnen en ik er stralend, puur en mooi gekleed op. Dat geldt ook voor mijn moeder. Zij maakte voor zichzelf zelfs mantelpakken van stofjes 'van de markt'. Had ze haar kleren bewaard, dan zou ik er gráág in rondlopen. Alleen al door altijd toe te kijken als zij achter de naaimachine zat, leerde ik 'het vak'. Van de pantalon met wijde pijpen van mijn vriendje maakte ik een rokje voor mezelf. Apetrots was ik. Hij ook! De les die hierin schuilt? Laten we allemaal kijken naar wat er in het leven werkelijk toe doet. Is het spelen van spelletjes en knutselen rond de tafel en samen koekjes bakken niet véél leuker dan buiten de deur je genot zoeken? Laat je niet gek maken door de steeds aan ons trekkende grote marketingmachine: méér, duurder, anders, verder weg - dát moet! Van wie? Waarom? De kunst van het leven zit hem niet in het hebben en doen van die over-geproduceerde dingen of in geld. Het zit hem in de capaciteit je aan te passen aan wat er níet is. Het wonderlijke is, dat je juist dáár veel gelukkiger van wordt. 'De kunst van het weglaten'. Méér door minder. Het maakt creatief. Kunstenaars hanteren dit principe. Stiekem vermoed ik dat mijn moeder haar leven in Nederland veel minder leeg vond dan op Aruba (al zat ze ook daar altijd onze jurken te naaien en te borduren). Daar heette ons huis 'Contentment': Tevredenheid. In het glas-in-loodraampje in de voordeur stond een gedicht met als eerste regel, vrij vertaald: Een woning waarin vrede heerst – dáár gaat het om en dat woord ligt opgesloten in die Nederlandse vertaling. Dat kan geen toeval zijn. Probeer de eenvoud eens uit. Je energie neemt toe, je lééft! Het energieverbruik daalt. Want alles wat fabrieken ons aanpraten (óók qua voeding!) kost geld en energie: al die kant-&-klaarproducten vol goedkope, dik en moe makende ingrediënten, die uitstapjes (veel te druk, files en eigenlijk niks aan), dat speelgoed dat na twee keer spelen in een hoek ligt of kapot gaat. Die flutkleding in dat modekleurtje, de bijpassende tasjes en schoenen. Niks aan. Omdenken, dus! Wist u dat wij in Bergen een uitermate kundige en zo aardige schoenmaker hebben die creatief meedenkt en uitstekend raad weet met alle kapotte lederwaren?