Woordenbrij

De Nederlandse taal is voor vele buitenstaanders moeilijk te leren en bestaat uit een aantal lastige begrippen.Woorden die hier normaal zijn, kunnen in de Engelse taal, geheel iets anders betekenen, zoals worst, dik, en kok. Neem nu 'vaart', hij of zij vaart er wel bij, het loopt niet zo'n vaart. Dan is er ook nog het woord gevaren of is het gevaar? We varen een toertocht en varens groeien in het wild, daar worden dan weer planten mee bedoeld. Ja, we varen in sloten en hebben sloten op onze deuren en ramen. En één varen kan in een pot staan en een pot is weer iets anders, gelijk een nicht. Welke overigens heel gezellig kan zijn en geven kleur in de grachten. Kleur bekennen is iets duidelijk maken wat onduidelijk is. Ben je arm of heb je het aan je arm? De hond krijgt een stuk been en wij hebben doorgaans twee benen. De lucht is blauw en we ademen deze blauwe lucht. Het oog van de naald en het oog van de meester, maakt het paard mak of is het tam? Kiezen, die hebben wij dan weer in de mond of het zijn kiezelstenen langs een rivier? Een strop hebben of een stropdas is niet hetzelfde. De das is ook een dier en een 'beer' is een varken, waar snert van gemaakt wordt. Het is snertweer als de zon niet schijnt en koud is. En van snert geef je winden, zijn er nog de windhonden. Kunt u het allemaal nog volgen? Eenieder snapt wel wat ik bedoel en je mag vanzelf niet 'snappen' tijdens het eten, maar dit laatste is een West-Fries woord.

peter.koomen300@gmail.com