Hoe en wanneer snoei je vaste planten?
Door vaste planten te snoeien, geef je ze licht en ruimte. Het vroege voorjaar is daarvoor dé periode. Noem het de voorjaarsschoonmaak van je vaste planten is. En het is een fluitje van een cent.
Snoeien is niets meer dan de plantresten van het voorgaande seizoen eraf knippen. Bij sommige planten liggen de bladeren en stengels al los om de plant. Andere, zoals elfenbloem en brandkruid, hebben een handje hulp nodig. Knip dode stengels en bladeren vlak boven de grond af. Gebruik een snoeischaar of een heggenschaar.
Bij het snoeien van vaste planten is vooral het tijdstip belangrijk. Laat in het najaar het blad zitten, dat beschermt de plant tegen slecht winterweer. Vanaf begin maart is de beste periode. Wees er zeker van dat het niet gaat vriezen. Let er verder op dat je de nieuwe scheutjes niet beschadigt. Deze scheutjes groeien weer uit tot volwassen planten, vaak groter dan ooit tevoren. Laat het afgeknipte blad liggen. Het verteert vanzelf en dat is goed voor de bodem.
Aan de slag
Wintergroene planten die er goed uitzien, hoeven niet gesnoeid te worden. Varens en siergrassen die minder mooi zijn, knip je op 10 centimeter boven de grond terug. Haal lelijk blad van bijvoorbeeld kerstroos of schoenlappersplant weg. De planten zien er daarna weer fris uit. Klimop kan het hele jaar door, desnoods met een elektrische heggenschaar, onder handen genomen worden. Na een snoeibeurt groeit hij compacter. Lavendel knip je eind maart / begin april net boven het kale hout af; op de groene scheuten loopt de plant weer uit.
Wanneer de uitgebloeide bloemen regelmatig worden weggeknipt, steekt de plant alle energie in nieuwe bloemen.
