Afbeelding
(Foto: Geert van Diepen)

Kayak (1)

'Ik ga een stukkie varen!' roep ik thuis op een windstille augustusavond. 'Richting Alkmaar Centrum. Kijken hoever ik kom.'

Sinds kort heb ik een bootje, een zogenaamde Sit on Top kayak. Het ding weegt maar 14,5 kg, is 2,40 m lang en lichtgroen. Het plastic vaartuig was van mijn jongere broer, hij was ziek en overleed eind juli dit jaar.

Zijn postcode staat nog met zwarte viltstiftletters op de punt. Ik til het vaartuig door mijn moestuin naar de Gedempte Veert, steek de weg over en sjouw de kayak naar een opening in het riet langs de Vroonerplas.

Ik ken deze plek. Een week eerder probeerde ik hier het bootje uit. Zonder omgaan of water maken peddelde ik toen in een keer onder de brug De Helt door tot aan het Daalmeerpad. Ik genoot. 'Goed bootje, broer,' dacht ik telkens onderweg. 'Lekker stabiel dingetje, man.'

Hoe simpel kan leuk zijn. Ik betrapte me op de gedachte, dat ik hoopte dat hij me kon zien varen. Jammer, zo jammer … Nu wip ik voor de tweede keer het bootje in en peddel zuidwaarts. 'Hoi!' roept iemand even later.

Voor me, hoog op de Pancrasser brug De Flint staat een vrouw naast een fiets. Kijk nou, mijn lief! De schat is me fietsend achterna gekomen. Ik recht mijn rug en vaar zo professioneel mogelijk voor het eerst de Flint onder door. Ik kom de Vronermeer Zuid in, vaar verderop onder een kleine jonge brug door en zie dan paardenweilanden en hoger de NS spoorlijn. Als ik onder het gemetselde spoorbruggetje van Leyen vaar, denk ik aan de aanslag die hier plaatsvond in april 1945. Verder zuidwaarts wacht me een ware beproeving: de donkere ellenlange duiker onder de Nollenweg. Die watergang is zo claustrofobisch laag en lang, dat ik aarzel. Toch waag ik me diep voorovergebogen in de schemerige spelonk vol spinnenwebben. In plaats van peddelen duw ik me vooruit door mijn vingers af te zetten tegen het beton boven me.

Het lukt. 'Hier moet je eruit,' roept mijn lief een kwartier later op de weg langs de Hoornse Vaart. In de verte lonkt de toren van de Grote Kerk. 'Oké,' zeg ik, 'maar dan een andere keer.'