Tourfreak Ton Casricum schrijft de komende weken weer in zijn column over de Tour.
Tourfreak Ton Casricum schrijft de komende weken weer in zijn column over de Tour. (Foto: Marsha Bakker)

Ton Castricum schrijft column over de Tour

Vervolg van voorpagina

"Mijn vader Cornelis had ook veel interesse in de wielersport en nam de verzameltik van hem over. Dat ging wel op een andere manier, want kranten en tijdschriften hadden in de loop der jaren veel meer aandacht voor de Tour. Gebruikte mijn opa nog schoolschriften en behangstalenboeken als plakboek, mijn vader verzamelde in ordners met daarin witte vellen tekenpapier.''

Plakken en knippen

Ton laat de indrukwekkende verzameling zien, het zijn inmiddels ware museumstukken. Ook de kranten in Nederland gaven meer aandacht en ruimte aan de Tour met soms schitterende foto's. ''Het Vrije Volk had zelfs op dezelfde dag al een uitgave van de verreden etappe, die ik 's avonds na 20.00 uur bij de sigarenwinkel voor dertien cent voor mijn vader moest kopen. Als kind werd de Tour mij met de paplepel ingegeven. In de slagerij van mijn vader in Beverwijk luisterden we via distributieradio naar de Tour. Er werden apart draadjes getrokken met de luidspreker naar de worstenmakerij want er moest wel worden doorgewerkt. Legendarische commentatoren waren er van Barend Barentse, Jan Cottaar en later de fenomenale Westfries Theo Koomen. Eind jaren '50 nam ik de hobby van mijn vader over, hij had het te druk gekregen met zijn slagerij en zijn andere hobby postduiven waarin hij het heel ver wist te schoppen.'' Ton begon met eenvoudige plakboeken en kreeg van buren de Tour de France uitgaven van hun krant. Dat was vaak een andere krant dan die zij thuis lazen. ''Ik kocht van mijn zakgeld tijdschriften en kreeg van mensen die van mijn hobby wisten ook diverse Tour-items aangeboden. Tot de dag van vandaag maak ik elk jaar vier à vijf plakboeken in tabletformaat. Naast de plakboeken hangen er ook ingelijste foto's aan de muur, bijvoorbeeld van Ton met Gerrit Voorting, die in 1948 deelnam aan de Olympische Spelen in Londen. Daar won hij de zilveren medaille bij de individuele wegwedstrijd. Ton bezocht hem in het bejaardenhuis en kreeg een felbegeerde handtekening, terwijl Ton daar geen gewoonte van maakt. "Ik heb tijdens de Tour weleens in hetzelfde hotel verbleven als de wielrenners, maar dan val ik ze niet lastig. Liever spreek ik oud-renners aan als ik het Wielercafé bezoek in Zeist of als ik iemand tegenkom bij een wielerwedstrijd. Ze kennen mij inmiddels wel, dus het is makkelijk om een praatje te maken met Peter Winnen, Steven Rooks of Hennie Kuiper." Maar als het er zo van komt, is het wel leuk. Net als de wielershirtjes die Ton door de jaren heeft gekregen, van Eddy Merckx, Michael Boogerd en van het team Wurth dat slechts een jaar meereed in de Tour. Stuk voor stuk van onschatbare waarde voor de echte liefhebber.

Magie

De charme van de Tour zit 'm volgens Ton in alles eromheen. "Het hoort echt bij de zomer en leeft bij veel mensen. Het is steevast een boeiend gespreksonderwerp. De praatprogramma's op televisie, de kranten die er veel aandacht aan besteden, de Franse muziek, ik hou ervan!" Ondanks de negatieve gebeurtenissen van de laatste jaren qua doping en epo, en dat er steeds tactischer wordt gereden waarbij alle omstandigheden vooraf worden berekend, blijft de Tour voor Ton haar magie behouden. "Ik vind het jammer dat zo'n Mart Smeets er sinds Lance Armstrong van zijn voetstuk viel 'helemaal klaar mee' is. Ik begrijp dat hij is teleurgesteld, maar als de Tour eenmaal in je hart zit, dan is dat voor altijd."

Wielervirus

Van zijn bedrijf TonCa heeft hij ook een stapel plakboeken. In 1991 verkocht hij zijn succesvolle bedrijf in aanhangwagens en paardentrailers. De mooie herinneringen zitten in het hoofd maar zijn ook op papier vastgelegd. "Maar ik hou ook plakboeken bij van ons leven nu, van vakanties tot aan de levensloop van de kleinkinderen. Ik archiveer ons leven en geniet ervan om deze boeken er af en toe eens bij te pakken. En wat mijn Tour verzameling betreft: ik ben nog lang niet klaar deze hobby en hoop voor de toekomst dat een van mijn kleinkinderen met het wielervirus besmet raakt.''