Geert van Diepen
Geert van Diepen

Zwaluwvriend

'Heb je mijn palen al gezien?' Het is de stem van buurman. Twintig meter verderop kijkt hij me vrolijk aan. Palen? Welke palen? Ik ben bezig met het plukken van graspolletjes in mijn moestuin. Zaterdagmiddag. Vandaag begint de herfst. Ik sta op en aarzel. Ik heb nog resten zwarte schmink rond mijn ogen. Vanmorgen was de feestelijke opening van het Huis van de gemeente. Schudde twee wethouders feliciterend de hand, speelde daarna een kindervoorstelling in de vernieuwde bieb en stap nu naar het hek. Buurman wijst naar een hoek achter in zijn moestuin … ik ontdek een paal. Een flinkerd, minstens vier meter hoog en van onder tot boven pikzwart. 'Daar staat er nog een,' zegt buurman trots. Het klopt. Vooraan in zijn moestuin - in het verlengde van de ander - staat een tweede paal, ook metershoog en pikzwart. 'Waar doen ze je aan denken?' vraagt hij. En dan een beetje plagend: 'Jij hebt fantasie dus dat moet voor jou geen probleem zijn.' Ik tuur naar de lange paal in de verste hoek. Ik hou van raadsels, maar vooral van raadsels die ik zelf heb bedacht. Vanmorgen nog. Toen vroeg ik mijn jonge publiek in de bieb: 'Het kan vliegen, maar ook gillen als een varkentje in de stal. Maak je hem te groot pas dan maar op, het geeft een verschrikkelijke knal.' Mijn raadsel werd geraden, maar met het raadsel van buurman pijnig ik mijn hersens. 'Een lantaarnpaal?' probeer ik. Buurman lacht in zijn vuistje: 'Zijn die zwart?' Ik denk verder. 'Een antennemast?'

Buurman schudt zijn hoofd en geeft dan triomfantelijk het antwoord: 'Een houten elektriciteitspaal, zoals je die vroeger had. Ken je die nog?' Ik knik. 'Luister,' zegt hij met glinsterende ogen. 'Afgelopen zomer zaten zes jonge zwaluwen op een rijtje op de hoogste stok van mijn snijbonen. Prachtig gezicht! Het deed me denken aan vroeger, toen zaten die vogeltjes met tientallen tegelijk naast elkaar op stroomdraden. Ik ga ze helpen. Ik plaats nog twee van die palen en span bovenin een draad. Ik hoop dat ze volgend jaar met zijn allen op mijn draad gaan zitten én daarna jacht maken op kool - en preivliegen. De oogst was dit jaar zó slecht.'