Afbeelding

Tandarts

Als ik in de wachtkamer zit voel ik dat de medewerkers naar me kijken. Dat is hem. Dat is die man die altijd zo doodsbang is voor de tandarts.

Op de teamuitjes zullen ze me nadoen, toneelstukjes opvoeren en schaterlachen om die angsthaas die voor het maken van een afspraak al het liefste een verdoving wil. Trillend van angst zit ik in een hoekje. Achter de witte deur hoor ik angstaanjagende geluiden. Laatst was ik met mijn kinderen bij hem en dan is hij heel anders. Bij kinderen lacht hij veel en legt alles rustig in Sesamstraat zinnetjes uit. Kinderen krijgen een ballon met een lachende kies erop en zakjes suikervrije snoep. Mij trakteert hij altijd op een koele blik en een stevige factuur. Toch heb ik hem op dit moment keihard nodig, want het noodlot heeft toegeslagen. Ik heb een gaatje.

Een paar minuten later betreed ik de hel. Ik ga op de stoel liggen, doe mijn mond open en mijn ogen dicht. Mijn tenen zijn gekromd, mijn rug is hol en angstgevoelens gieren door mijn lijf. De marteling is begonnen en de kiezenduivel is in bloedvorm. Hij boort, slijpt en beukt er hard op los. Even heb ik het idee dat hij een dakkapel gaat plaatsen in mijn mond, zo hard gaat hij tekeer. Ik open mijn ogen en zie twee witte mondkapjes en vier gespannen ogen. Achter hen schijnt een felle lamp met de vorm van het hoofd van E.T. Dan is het opeens muisstil. De martelwerktuigen worden uit mijn mond gehaald. De klus is geklaard.

Ik spring uit de stoel en iets te uitgelaten geef ik de tandarts een hand. Pure angst slaat direct om in vrolijkheid. De tandartsassistente krijgt van mij een knipoog. Ik vraag haar voor de grap of ik ook zo´n ballon met een lachende kies erop zou mogen hebben. Dat mag. Ik open de witte deur en loop glimlachend met de ballon en een opgestoken duim door de wachtkamer heen. De angsthaas stuitert lachend weer terug het land in. Gaatje gevuld.

Tom Schotten