Haarlemmermeer in de oorlogsjaren

HAARLEMMERMEER - De geschiedenis van Haarlemmermeer tijdens de Tweede Wereldoorlog is en blijft interessant. Zo bewijzen ook de verhalen van de zusters Nita en Jeanette Bakker.

Een belangrijke rol was er voor het Fort bij Hoofddorp. Het was in 1904 aangeleverd als onderdeel van de Stelling van Amsterdam, dat tegenwoordig valt onder het UNESCO Werelderfgoed. Deze plek is zowel in de periode 1914-1918 als in 1940 gemobiliseerd. Tijdens de periode 1940-1945 werd het fort door de Duitse Luftwaffe als paardenverzorgingsplaats gebruikt en na de oorlog werden NSB-ers en collaborateurs hier gevangengezet.

Nita Bakker was in de oorlog nog een kind, maar kan het zich nog goed herinneren: ''Toen de bezetter kwam, was ik 6 jaar. We waren verdrietig dat ze kwamen. Ik weet nog goed dat we de volgende dag samen met de buren naar de kerk zijn gegaan om te bidden. Dat was een enorme afleiding.'' Het eerste oorlogsjaar gebeurde er niet zoveel. Bakker: ''Je zag steeds meer Duitsers en die handelden correct, maar waren wel afstandelijk. Het waren geen types waar je snel een praatje mee zou maken.'' De laatste twee oorlogsjaren werd het heftiger. ''We zagen in het laatste oorlogsjaar steeds vaker Amsterdammers die aan de deur kwamen voor eten. Dat hadden we niet dus we moesten 'Nee' verkopen. Mijn vader heb ik 3 jaar niet gezien, want hij werkte in Duitsland. Dat is hem door sommige mensen na de bevrijding enorm kwalijk genomen. Ik heb het wel altijd verdacht gevonden dat hij over die jaren niets kwijt wilde. Het was echter een autoritaire man en het kwam niet bij je op om te vragen hoe het nu precies zat. Jonge mensen kunnen vaak niet begrijpen dat de tijden toen heel anders waren. Nu is het te laat om daar nog achter te komen.''

Haar zuster Jeanette werkte als typiste op Schiphol. ''Het was iedere dag weer afwachten of je nog naar je werk kon. Als Duitse basis bleef Schiphol doelwit voor luchtaanvallen door de Geallieerden. Vanaf 1943 werd dat heftig. Vlak voor de kerstdagen verschenen meer dan tweehonderd bommenwerpers boven het vliegveld. Het wonderlijke is, dat ik dat helemaal vergeten ben, maar jaren later las ik het in een boek. Blijkbaar heb ik die ervaring verdrongen. Zij richtten zoveel verwoestingen aan dat de bezetter er geen heil meer in zag om Schiphol nog te repareren.''

Grassoep

Uiteindelijk zou de luchthaven bewust vernietigd worden. ''In het najaar van 1944 hebben ze alles expres opgeblazen. Ze waren bang dat na de invasie de geallieerden het zouden gebruiken voor extra luchtaanvallen richting oom Adolf en zijn boze vrienden.'' Van de Hongerwinter kan ze zich nog veel herinneren ''Veel mensen dachten echt dat ze snel dood zouden gaan. Er was amper eten meer en ik kan me goed herinneren dat we hebben geprobeerd om van gras soep te maken. Dat smaakte nergens naar en we werden er ziek van.'' Er waren ook plannen om illegaal een boom te gaan omhakken. ''Dat was streng verboden, maar dat hout wilden we gebruiken om te gaan stoken tegen de kou. Samen met de buurman en mijn broer zou mijn vader dat 's nachts gaan doen. Ze gingen om middernacht naar buiten. Tot hun grote verbazing was iemand ze al voor geweest."

Voedsel

Kort voor de bevrijding dropten Lancaster bommenwerpers van de Royal Air Force en Vliegende Forten van de Amerikaanse strijdkrachten voedsel boven Schiphol om de in de Hongerwinter uitgemergelde bevolking van eten te voorzien. Jeanette: "Dat brood zou je nu in de vuilnisbak gooien, maar wat smaakte dat in 1945 lekker. Ik heb wel gezien dat twee volwassen mannen hebben gevochten om een stukje brood. Dan ben je er toch wel slecht aan toe."

Ze heeft nog altijd diep respect voor de snelle wederopbouw van Schiphol na de bevrijding. "Dat kwam vooral door directeur Jan Dellaert. Wat kon die man organiseren. En de KLM heeft heel slim allerlei toestellen van de Amerikanen overgenomen. Ondanks alle narigheid had die tijd ook iets heel positiefs. De mensen waren bereid om elkaar te helpen en te geloven in een betere tijd. Het klinkt vreemd, maar ik ben uiteindelijk toch blij dat ik het heb mogen meemaken."

Nita en Jeanette Bakker zijn allebei enige jaren terug overleden. Ondanks een verhuizing naar respectievelijk Amsterdam en Groet bleven ze altijd nog een intense band met de Haarlemmermeer houden.