Kunstgebit

Wederom een drukke ochtend in de huisartsenpraktijk. De meest uiteenlopende telefoontjes volgen elkaar in rap tempo op. Dringende hulpvragen. De spoedlijn gaat ook diverse malen. Boze mensen staan voor de balie. Ach, soms heb je van de dagen en ze gaan altijd weer voorbij.

Het zijn vaak dezelfde mensen die bellen. Soms zelfs meerdere keren per dag. Zo ook de volgende beller. Mijn collega's en ik herkennen haar zonder dat ze haar naam noemt. "Jaaaa, met eeh…" en wij begroeten haar direct bij haar naam. Mevrouw is ondanks haar medicatie somber, negatief, passief en altijd moe. Heel triest. Wij spreken haar altijd bemoedigend toe en luisteren geduldig. Elke keer weer is het een ware peptalk. Dit komt nu even niet zo gelegen. Zeker niet met de wetenschap dat mevrouw vandaag nog drie keer gaat bellen. Ze somt op: "ik ben zo moe. Ik voel me niet lekker. Ik weet niet wat ik moet doen. Ik eet zo slecht en ik heb ook nog een kunstgebit." "Mevrouw, het is mooi weer, misschien moet u elke dag even naar buiten gaan. U heeft toch een scootmobiel". "Ja, maar ik heb ook een kunstgebit". Volgens mij kan datzelfde kunstgebit moeiteloos mee in de scootmobiel, denk ik (bijna hardop). In plaats daarvan zeg ik: "dat maakt toch niet uit. U kan evengoed naar buiten ondanks dat u een kunstgebit heeft". "U begrijpt het niet, ik kan geen appel eten", moppert mevrouw verder." "Dat hoeft ook niet. Er zijn een heleboel andere dingen die u wel kunt eten!" Mevrouw gaat onvermoeibaar door met het opsommen van haar klachten. Wederom adviseer ik haar om afleiding te zoeken en naar buiten te gaan. "Goed voor de vitamine D", voeg ik daaraan nog toe.

Mijn adviezen lijken tegen dovemansoren gezegd. Na tien minuten stelt mevrouw mij de vraag waarom ik alles vijf keer vertel. Ik kan het niet laten en geef haar het duidelijke antwoord dat zij vijf keer hetzelfde vraagt. In de middag belt mevrouw weer op om te vertellen dat ze een rondje met haar scootmobiel heeft gemaakt. Of ze nu genoeg 'vitamine D 'heeft opgedaan. "Nee mevrouw, morgen weer". "Als ik dan maar geen appel hoef te eten, want ik heb een kunstgebit…"