Terug naar de schepper

In het appartement wachten vijf vrouwen op mij. Ze zijn van middelbare leeftijd, dragen wijde gewaden en een gebeitelde glimlach. We drinken kruidenthee. "Toen hij ziek werd, hebben wij hem om beurten verzorgd, gisteravond ging hij heen", zegt een van de dames. Ik ben in het huis van de man die gestorven is, er brandt wierook, er klinken natuurgeluiden en alles is paars.
"U gaat met òns de begrafenis regelen", zegt de andere vrouw. "Hoe is de familierelatie?", vraag ik. "Hij was alleen, wij zijn zijn volgelingen", legt de vrouw naast mij uit. "Hij heeft tientallen volgelingen, dagelijks komen we samen. Hij was ooit dominee, maar zijn denkbeelden waren té vooruitstrevend."
Ze vertellen: "We hebben beurtelings voor hem gezorgd, verschoond, gewassen, het was een privilege. Nu mogen wij -volgens zijn wensen- zijn begrafenis regelen."
Er komt een papier op tafel. "Hij wil een ruwhouten kist zònder bekleding en hij gaat naakt in de kist ."Hij is naakt ter wereld gekomen en wil ook naakt weer naar zijn schepper toe. In plaats van muziek natuurgeluiden. Er zullen ruim honderd mensen zijn, we dragen de kist zelf de aula binnen."
Ze schenkt nog eens thee bij.
Vijf dagen later zingen zes vrouwen een mantra als ze langzaam met de kist de aula binnenkomen. Ik heb de genodigden gevraagd te gaan staan. Door het middenpad komt de kist op kniehoogte voorbij. Ik zie mensen kijken als de kist hun plek heeft bereikt; sommigen draaien direct hun hoofd weg, anderen staren gebiologeerd. De kist heeft geen deksel. Naakt gaat de man onder toeziend oog van de genodigden terug naar zijn schepper.
"Prachtig hè, zo mooi, zo sereen", fluistert één van de vrouwen mij toe. Ik zie aan de andere kant van het pad een vrouw geschokt haar handen voor haar gezicht slaan.

Doeg allemaal, tot de volgende keer,
Evelien.