Gebombardeerde St.Ritakerk Hagedoornplein.
Gebombardeerde St.Ritakerk Hagedoornplein. (Foto: aangeleverd)

Onderdak

Het is 1943. Aan de Papaverweg in Amsterdam Noord staan twee grote loodsen waarin de Fokker fabriek gevestigd is. De loodsen zijn gecamoufleerd tegen luchtbombardementen omdat in de loodsen vliegtuigonderdelen en vliegtuigen voor de Duitse Luftwaffe worden gebouwd.

Dan wordt het zaterdag 17 juli 1943. Eenenveertig Engelse bommenwerpers zijn op weg naar de Fokkerfabrieken om deze te bombarderen. Door laaghangende bewolking en misverstanden keren er 20 terug en de overige 21 laten he bommen vallenop Amsterdam Noord en een gedeelte op Tuindorp Oostzaan. 158 doden en 119 zwaargewonden worden uiteindelijk geteld.

Op 6 augustus komen de regenten van het Weeshuis bijeen en de heer Dirkx zegt dat hij is opgebeld met het verzoek van een zekere heer Bakkes, om tijdelijk in ons Weeshuis te mogen wonen met zijn vrouw en één van zijn kennissen. Zulks uiteraard in verband met de bombardementen. 'S avonds is hij naar de heer Bakkes gegaan en hoorde dat deze om onderdak bij de Burgemeester van Landsmeer was geweest. Die had hem naar de Pastorie in Oostzaan verwezen. Zo doende was hij bij ouderling Bels terechtgekomen die hem naar de heer Dirkx had gestuurd. De Secretaris zei dat regenten tegen huisvesting geen bezwaar hadden en dat de heer Bakkes en zijn kennis, ene Van Solingen maar eens moesten gaan kijken. Op Vrijdag 30 juli zijn beiden met hun huisraad gearriveerd. De familie Bakkes woont in beide achterste kamertjes van de noordervleugel en de familie van Solingen woont in het noordoostelijke kamertje en slaapt boven op de grote zolder. Op zaterdag 4 augustus kwam er nog een verzoek om huisvesting van meneer Veenstra, agent van politie, met vrouw en dochter wonend in Tuindorp Oostzaan. Deze zijn op woensdag in ons Weeshuis aangekomen. Zij wonen in het noordoostkamertje naast de grote zaal en slapen in het zuidwestkamertje boven. De beide families koken in den gang achter de badkamer en de laatste in het vertrekje waar de wasbakken zijn.

De loodgieter Andrea heeft hiervoor een gaspijp verlegd, omdat op de grote zaal niet gekookt mag worden in verband met de piano. Zij wonen allen dus geheel afzonderlijk en ook geheel vrij van den weesvader en -moeder. Allen bewonen een kamertje waar 's winters gestookt kan worden en verder is er voor gezorgd dat de grote zaal voor godsdienstoefeningen vrij blijft. Na verdere bespreking wordt de huur dan voor elk op fl. 4,- per week vastgesteld en fl. 2,- voor gas en elektra. Totaal fl. 6,- terwijl de eventuele boeten door hen gezamenlijk moeten worden gedragen. Wanneer de heren in onze vergadering aanwezig zijn gaan zij met deze regeling volkomen akkoord.