Het monumentale kunstwerk van Pierre van Soest is naar Den Haag verhuisd.
Het monumentale kunstwerk van Pierre van Soest is naar Den Haag verhuisd. (Foto: Jan Versnel)

Monumentaal kunstwerk verhuist van Amsterdam naar Den Haag

AMSTERDAM - Het twintig meter lange monumentale kunstwerk uit 1965 van Pierre van Soest is 28 mei verhuist vanaf de NDSM over het water naar een nieuw thuis in Den Haag. Het unieke beton-reliëf maakte vroeger deel uit van Jeugdgebouw De Albatros in Amsterdam-Noord, dat in 2001 werd gesloopt.

Het kunstwerk is een voorbeeld van een zeer geslaagde samenwerking tussen een beeldend kunstenaar en een architect en kreeg een passende herbestemming als deel van het Van Klingeren Paviljoen (voorheen Jeugdherberg Ockenburgh), net als De Albatros een ontwerp van architect Frank van Klingeren.

Van Soest

Naoorlogse architectuur en de daarmee samenhangende kunst worden de laatste decennia in rap tempo gesloopt. Dit lot is niet alleen veel werken van Van Soest beschoren, maar ook veel gebouwen van bevriend architect Van Klingeren. Van Soest richtte zich in de wederopbouwjaren als schilder op de behoefte naar monumentale kunst en zei daarover in een interview "Je hebt natuurlijk wel te maken met schaal en de architectonische ruimte. Er is maar één architect met wie ik overweg kan,dat wil zeggen die mij mijn gang laat gaan." En dat was Frank van Klingeren.

Van Klingeren

In de jaren zestig een bekend architect, gespecialiseerd in multifunctionele, culturele gebouwen. Het beton-reliëf dat Van Soest voor Van Klingerens jeugdcentrum in Amsterdam ontwierp doet denken aan de dynamiek van de naoorlogse jeugd. De in totaal bijna twintig meter lange betonmassa vouwt zich als een borstwering om de ingangspartij heen. Kunstwerk en gebouw smelten met elkaar samen. Zeker voor de Nederlandse monumentale kunst van de jaren vijftig en zestig uitzonderlijk.

Waard

In Amsterdam is het werk van Van Soest tijdig op waarde geschat, vakkundig gedemonteerd en opgeslagen. Datzelfde gebeurde in Den Haag enkele jaren geleden met Van Klingerens Jeugdherberg Ockenburgh in Kijkduin. Het krijgt als Van Klingeren Paviljoen een nieuwe locatie in de Haagse Binckhorst en wordt onderdeel van het project Frank is een Binck (FIEB). Ontwikkelaar Stebru en de verantwoordelijke architecten voor de herbouw - Leon Thier en Gerrit van Es - kwamen het beton-reliëf van Van Soest na een tip van Nora van Klingeren in Amsterdam op het spoor. Met hulp van de Gemeente Amsterdam en Bond Heemschut Amsterdam en dankzij bemiddeling van Stroom Den Haag blijft het kunstwerk behouden en opnieuw een verbinding aangaan met de architectuur van Van Klingeren en weer getoond worden aan publiek.

Bestemming

Het is vaak een onmogelijke opgave om voor monumentale wandkunst een goede bestemming te vinden. In dit geval past het kunstwerk van Van Soest inhoudelijk en qua maatvoering perfect in de context van het hernieuwde Van Klingeren Paviljoen. Alsof twee oude vrienden elkaar postuum opnieuw ontmoeten. Pierre van Soest (1930-2001) volgde een schildersopleiding aan de Rijksakademie in Amsterdam. Hij ontving tweemaal de Koninklijke Subsidie voor Schilderkunst (1953 en 1954), exposeerde tweemaal op de Biënnale van Parijs (in 1959 en 1961) en had in 1978 een solotentoonstelling in het Stedelijk Museum in Amsterdam. Hij was vooral werkzaam op het gebied van de monumentale kunst en voerde wandschilderingen en beton reliëfs uit in openbare en particuliere gebouwen. Zijn werk is opgenomen in talloze collecties, waaronder die van het Stedelijk Museum, Museum Boijmans van Beuningen en het Bonnefantenmuseum Maastricht.

De Kunstwacht verzorgde het transport van het monument. Onno van Soest (zoon van) en Nora van Klingeren, (dochter van) waren daarbij aanwezig.

Het kunstwerk werd op een vrachtwagen geladen voor transport.
De vrachtwagen laadde het kunstwerk op een boot voor vervoer naar Den Haag.
Over het water naar Den Haag.