Borreltje

‘Water is voor de vissen!’, zei mijn opa zaliger en schonk zichzelf maar weer eens een borreltje in. Zijn vrouw, mijn oma dus, was het daar totaal niet mee eens en er vielen dan ook vaak genoeg woorden. Maar opa trok zich daar niets van aan en schonk nog maar eens in. Toen ik rond de 15 was vond oma het tijd worden mijn mening over opa’s drankgebruik eens te horen. Nu, opa was niet thuis dus ik durfde mijn mening best te geven. Ik besloot echter niet tussen hun ruzies te willen staan en begon dus een ingewikkeld verhaal waarbij beide kanten belicht werden en ik aannam beide echtelieden te vriend te houden. Oma hoorde mij aan en zei toen in het plat-Achterhoeks: ‘Jao, jao, en oe geloof zelf die onzin die oe uitkraamt?’ Ik antwoordde maar niet en keek ’s avonds weer naar opa die na de koffie de jeneverfles pakte. ‘Bernard, oe hep genoeg had, tiet om te stoppen met die rommel!’ Verdraaid, opa knikte en zette persoonlijk de fles terug in de kast. Ik keek verbaasd toe en vroeg hem later waarom hij dat gedaan had. ‘Jao, mien jong, opoe hep een remedie gevonden: Drinke betekent allenig slapen! Een borrel is lekker maar slape bij oe oma is nog viel lekkerder!

Die wijze les van opa zal ik nooit vergeten.

Ben Wansink