Afbeelding
(Foto: Aangeleverd)

De schaal

Ik zie 'm zo voor me. Een witte platte schaal met een kleine, opstaande, geribbelde rand. Mijn prachtige quichevorm staat altijd links in het tweede keuken-bovenkastje, vanaf rechts gezien dan. Altijd, behalve nu dan. Ik kan 'm echt uittekenen, of het nu met of zonder vulling is. Ten einde raad ga ik al mijn keukenkastjes na. App de hele familie, maar niemand geeft thuis voor mijn ovenschaal. Langzaam komt de acceptatie op gang dat ik nu geen quiche op tafel kan zetten. Ik zal iets anders moeten verzinnen voor de maaltijd.


Keuzes maken, ik ben er niet goed in. Ieder (gratis) boodschappenblad neem ik mee om thuis de recepten door te nemen. Inmiddels heb ik een hele lade vol met potentiële menu’s. Regelmatig probeer ik er één uit. De regelmaat is zeer afhankelijk van het resultaat. Een misser heeft tijd nodig om de weg weer vrij te maken voor een nieuwe poging. Zowel bij mijn tafelheer als bij mijzelf. Het valt niet mee om je verlies te nemen na uren in de keuken te hebben gestaan; je maaltijd in tien minuten verorberd zien te worden en dan te horen te krijgen dat het niet zo lekker was.


Ja, dat verorberen, dat is wel een plus. Hier in huis wordt alles wat op tafel komt geproefd. Jong geleerd, oud gedaan. Zowel ikzelf als manlief horen het onze ouders nog zeggen: 'altijd proeven, al zijn het maar een paar hapjes'’. Ook de beloning van toen hebben we erin gehouden: het toetje.

'Hier in huis wordt alles wat op tafel komt geproefd. Jong geleerd, oud gedaan'

En soms als mijn kookaspiraties echt tot het nulpunt zijn gedaald dan, ja dan wordt het toetje vervangen door een goedmakertje in optima forma. De vakman. We bellen, kleden ons en ik waan mij 'Wonderful Tonight' (Eric Clapton, 1977). Zetten ons beste beentje voor. Op naar een restaurant. Ik weet het, zij hebben ons al weken gemist, maar wij hen nog des te meer en dat laten we ze graag weten.

Pieta van der Mark