Afbeelding
Foto: Ans Hagenbeek

Schuitje varen, maar zorg wel voor je bootje

In het boek ‘Nachtblauw’ van Simone van der Vlugt vaart hoofdpersoon Catrijn in een vrachtschuit van De Rijp naar Alkmaar. Het is dan maart 1654. Het is een lange tocht waarbij de schuitvoerder op windstille stukken de kloet moet gebruiken om zijn schip voorruit te krijgen.

Hoe anders is het anno 2020:

In de Alkmaarse wateren, zowel in het historisch centrum als daarbuiten, zijn de vrachtschuiten vervangen door plezierscheepjes in alle mogelijke varianten. In sommige daarvan tuf je met gemak in een middagje op en neer naar De Rijp. Geen last van windstilte, laat staan dat je een vaarboom moet gebruiken.


Dit seizoen lijken er meer in de grachten te liggen dan andere jaren. De corona-crisis heeft de animo doen toenemen. Als je toch thuis moet blijven, waarom dan niet het vaartuigje gekocht dat je al jaren wilde aanschaffen, maar eigenlijk boven de begroting was..?


Dat wordt dus deze zomer heerlijk schuitje varen, theetje drinken. Hoewel het laatste veelal is vervangen door een biertje en een wijntje. Varen is fijner dan je denkt, maar het vraagt ook zorg en onderhoud en daar is niet iedereen van doordrongen. Het bootje, type badkuip, heeft de neiging bij een flinke plensbui vol water te lopen en al snel tot zinken over te gaan. Leeghozen is blijkbaar een hels karwei want menig kuipje wordt aan het eind van het vaarseizoen aan zijn gezonken lot overgelaten en ontsiert zodoende de Alkmaarse wateren.


Een beetje schipper onderhoudt zijn vaartuigje en daarmee de aanblik van onze stad.


Ans Hagenbeek