Afbeelding
Het winkeltje van Wolthuis op Krommeniedijk 149 in 1973 waar je ook brandstof kon tanken voor de auto. (Foto: Historisch Genootschap Crommenie)

'Moeder koos ook voor zichzelf'

(VERVOLG VOORPAGINA)

KROMMENIEDIJK - "De winkel had ook de bijnaam 'Grosco winkel van Appie van Alles'. Benzine, ijs, noem maar op en het was te koop. Al dan niet op de pof. Je kocht op heel andere basis dan nu. Bijvoorbeeld een pond losse groene zeep. Of een kilo kippenvoer. Je spullen gingen in een ouderwetse puntzak. Vandaag de bijnaam van onze vader", zegt Hans. Die op gezette tijden ook meewerkte in de winkel. Net als de rest van de familie als dat zo uitkwam.

"Ik werkte zelf ook, maar waagde het niet om op zaterdagavond te weigeren mee te helpen de winkelvloer te schrobben. En als je pech had, werd er aan je gevraagd nog even op de fiets naar Heemskerk te rijden om bij een boerderij geld te innen van een wanbetaler. Licht al voor het benaderen uitzetten, anders deden ze niet open. Als je geluk had ging je dan naar huis met een gulden. Zelf kreeg je niet betaald. Ik heb dat één keer aan mijn vader gevraagd. Die werd een partij boos! Hij zei 'jij vreet toch ook mee met wat we hier verdienen?' Ik heb het nooit meer gevraagd…" In plaats daarvan mocht ik met blikken van vijftien liter met petroleum over het ijs de tank van een klant bijvullen… Kouwe vingers, man, man!", herinnert Hans het werk in de winkel.

"Annie was nog zakelijker dan onze vader'

En dus werd er niet meer geklaagd. Dat was ook het motto van moeder Annie: niet lullen maar doen. "Ze was nog zakelijker dan onze vader. Die ging nog wel eens door de knieën als er een vertegenwoordiger binnenstapte en wat wilde slijten. Maar bij Annie was het 'zo gaat het, niet anders!' Daarbij was de winkel heilig. Waagde het niet in je donder om een stuk molenbeschuit op te eten in de zaak. We voetbalden wel eens met de blikken en dan brak er wel eens wat…"

Bloed onder je nagels...

Over klanten werd nooit aan de familietafel gesproken. "Die waren heilig. Ook al haalden ze soms het bloed onder je nagels vandaan", herinnert Syl – vrouw van Ruud - zich. Want de hele familie sprong bij als dat nodig was. Of als het vakantietijd was. "We hadden het goed. Hebben geen honger gehad", zegt Ruud. "Onze ouders gingen, samen met andere familieleden, ook op vakantie. Dan werd een VW busje gehuurd bij Bakker. Maar niet voordat er geregeld was in de winkeliersvereniging dat er in ieder geval één andere kruidenierszaak in Krommenie open bleef. Want je moest toch ergens je boodschappen kunnen halen."

'Assepoester'

De bijnaam Assepoester kreeg Annie toen ze verzuchtte 'ik moet altijd werken' terwijl haar zuster een makkelijker leven had bij haar partner. Tegelijk zeggen de kinderen en aanhang: "moeder koos ook goed voor zichzelf. Op dat punt was ze haar tijd vooruit. Want als kinderen zijn we grotendeels opgevoed door onze huishoudster Nel van Ginkel."

Koek en zopie

Met de hele familie in januari balansen, koek en zopieverkoop op het ijs met melkbussen vol warme chocolade en versgebakken oliebollen. De anekdotes volgen elkaar in hoog tempo op. Een ding is duidelijk: het was voor Annie én de familie een leven hard werken als dorpskruidenier. Dat werd in 1974 makkelijker. Toen werd de omslag gemaakt van verkoop via de toonbank waarbij alles voor de klant werd gepakt naar supermarkt en zelfbediening.

Bridge

Helaas overleed Ab op 58-jarige leeftijd. Moeder Annie stopte rond haar zestigste. Om vervolgens te gaan genieten van onder meer gym, zingen, bridgen en op vakantie gaan. "En haar klein- en achterkleinkinderen. Er zijn dertien kleinkinderen en eenentwintig achterkleinkinderen", zegt het viertal tot besluit.

Afbeelding