Afbeelding
(Foto: Bron: rapport van de Commissie D’Hooghe)

Advies oversteek IJ bekendgemaakt

NOORD - Het wordt drukker op en rond het IJ. De ponten worden steeds voller. Daarom is de gemeente Amsterdam al een tijd aan het bekijken hoe ze de oversteek tussen Noord en de rest van de stad structureel kunnen verbeteren. Het IJ oversteken moet snel, makkelijk en veilig zijn. Maar over waar en hoe ze de oversteek gaan realiseren, waren de gemeente, het Rijk en de betrokken nautische partijen het nog niet eens. Daarom hebben ze samen een onafhankelijke adviescommissie ingesteld. Die heeft nu haar eindadvies uitgebracht.

De onafhankelijke adviescommissie stelt voor om twee nieuwe bruggen aan te leggen, en de al bestaande Amsterdamse brug over het Amsterdam-Rijnkanaal te vernieuwen of uit te breiden. De commissie heeft gekeken hoe deze nieuwe verbindingen op zo'n manier in te passen zijn dat ook de veiligheid voor de scheepvaart en de doorvaart op het IJ gegarandeerd zijn. De 2 nieuwe bruggen moeten komen op de locaties waar de in te richten fietsbinnenring het IJ kruist (NDSM–Haparandadam en Johan van Hasseltweg–Azartplein-Rietlandpark). De gewenste hoogte van de bruggen is 12,50 meter, met een minimum van 11,35 meter. De bruggen zijn ook toegankelijk voor trams en/of bussen.

Voor de oostzijde van de stad adviseert de commissie om de Amsterdamse brug over het Amsterdam-Rijnkanaal te vernieuwen of uit te breiden en hem aan te sluiten op de fietsbinnenring. Het voorstel is om de doorvaart onder de brug te verbreden tot 100 meter en het brugdek te verbreden voor openbaar vervoer. De adviescommissie adviseert ook twee nieuwe pontverbindingen: van de Kop Java-eiland naar Hamerkwartier en van Sporenburg naar de Sluisbuurt. Én de commissie stelt een nieuwe voetgangerstunnel bij het Centraal Station voor. Deze tunnel moet een nieuwe in- en uitgang worden van het Centraal Station op de noordoever van het IJ. De twee huidige pontverbindingen van Pontsteiger naar NDSM en van Azartplein naar Zamenhofstraat zouden dan niet meer nodig zijn.

Het advies is om, buiten de twee voorgestelde bruggen, in de toekomst geen andere bruggen meer te bouwen over de Rijkswateren in Amsterdam. Verder vindt de commissie het geen goed idee om de IJ-tunnel open te stellen voor fietsverkeer. Een kabelbaan is mogelijk als extra secundaire verbinding op een locatie nabij de Coenhaven.

De gemeente gaat het advies van de commissie goed bestuderen. Daarna onderzoeken ze samen met het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat welke vervolgstappen kunnen worden genomen. Ze verwachten in het najaar bestuurlijke afspraken te kunnen maken met het Rijk over een definitief inrichtingsplan. Deze afspraken worden voorgelegd aan B en W. In de besluitvorming worden de gevolgen voor Amsterdamse projecten en processen betrokken.