Symbool van solidariteit.
Symbool van solidariteit. (Foto: Aangeleverd)

Gemengde gevoelens

Hoopgevend breekt de lente aan. Vogeltjes voeren liefdesliedjes op en gaan druk kwebbelend in de weer met mos, takjes en strootjes. Nieuw leven lonkt. Alleen de mensen kunnen nu hun ei niet kwijt. Daar hebben koekoeken geen last van. Die deponeren hun eieren gewoon in een vreemd nest. Klaar is Kees zijn vrouwtje. Geen jankende kindertjes straks.


1 april. Nog steeds geen grap. Dan maar de voorjaarsschoonmaak. Massaal wordt oud vuil naar de gemeentewerf gebracht. De tv-hit 'Help mijn man is klusser' kan zo de prullenbak in. Was het nou toeval of niet dat meteen aan het begin van de virusuitbraak de snelheid op de weg naar 100 km werd teruggeschroefd? En dat de Leeghwaterbrug eindelijk na ruim twee en een half jaar ellende gereed kwam en daar nu summier gebruik van wordt gemaakt? Zelfs de intrede van de zomertijd verliep dit keer geruisloos. Toch nog een paar lichtpuntjes: Straatvrees, pleinvrees, tunnelvrees, vliegangst, dat alles is nauwelijks meer aan de orde. Menig mens heeft eindelijk rust in het hoofd (!).


In verband met de 75-jarige bevrijding van de Tweede Wereldoorlog komen alle gruwelijkheden weer naar boven. De vijand was overal. Vijf jaar lang. Hoe anders is dit nu met de 'corona-oorlog', waar een onzichtbare vijand via alle hoeken en gaten bestreden wordt met gevaar voor eigen levens. Jammer echter dat er opnieuw lieden zijn die hier op grove wijze misbruik van maken.

'Let op elkaar zodat niemand overboord valt'

Bijna iedereen zit in hetzelfde schuitje. De één roeit en een ander zit te vissen of telt schaapjes. 'Hou vol allemaal zou ik zeggen, en let op elkaar zodat niemand overboord valt.'


Ik kijk uit mijn raam en zie een kauw in het gras landen. Een andere kauw fladdert naar hem toe. De eerste kauw stopt iets lekkers in de snavel van de ander. Een liefdevol echtpaar neem ik aan. De warmte van dit tafereeltje maakt mij weer even blij.

©Tom van Rossum