Links de kleine 'Jan Canadees', met op het jasje knopen van een Nederlands militair uniform en op de baret de Nederlandse Leeuw van een militair uniform. Rechts: Jan van den Burg nu.
Links de kleine 'Jan Canadees', met op het jasje knopen van een Nederlands militair uniform en op de baret de Nederlandse Leeuw van een militair uniform. Rechts: Jan van den Burg nu. (Foto: aangeleverd)

Jan van den Burg was kind in de oorlog

LANGEDIJK – Jan van den Burg, al vijftig jaar Langedijker, heeft als kind de oorlog van heel dichtbij meegemaakt.

‘’Enkele dingen van tijdens de oorlog kan ik mij nog goed herinneren. Wij woonden in een doodlopende straat met totaal slechts vier woningen. Ons huis was het laatste huis van de straat. De bovenetage met slaapkamers was doorzeefd door kogels. Dat was al gebeurd voordat ik geboren was. Wij hadden geen elektriciteit. Dus er was geen verlichting. Als verlichting hadden wij een olielamp, die heel weinig gebruikt werd. De brandstof was petroleum. Dat werd ook gebruikt om op een petroleumstel te kunnen koken. De kachel werd gestookt met hout. Dat werd overal vandaan gehaald. Ik weet nog dat ik zittend in een wandelwagen op hout zat. Dat hout was bedekt met enkele dekentjes en door mij. Dat mocht niemand zien. Politie en soldaten namen al het brandstof en voedsel in beslag.’’

Het was verschrikkelijk om als kind in de oorlog te zijn, zo ervoer Jan dat. ‘’De bombardementen vernielden alles. Jarenlang na de oorlog zag ik nog de puinhopen. Daarnaast was ik slachtoffer van een verschrikkelijke epidemie: Difteritis. Ik heb het overleefd, maar mijn zevenjarige zusje en nichtje zijn eraan gestorven. Het laatste jaar was de hongerwinter. Er was nauwelijks eten. Beter gezegd: er was geen eten. Vanuit Haarlem waren er voettochten naar de Noord. Daar waren een aantal boeren en tuinders, die voedsel uitdeelden. Vooral kool en aardappelen.’’

Biscuitjes

"Verder herinner ik me dat er op een dag in april of mei 1945 een militaire vrachtwagen precies voor ons huis stopte. Het waren Canadese militairen. Zij deelden uit grote groene blikken pakjes koeken uit. Dat waren biscuitjes. Mijn ouders kregen een pakje en een tube gecondenseerde melk. Dat laatste is het lekkerste dat ik ooit geproefd heb.’’

Herdenken

Op 11 juni is er de laatste jaren een herdenking in Schoorl waar Jan naartoe gaat. "Daar was ook een concentratiekamp. Van de joden die daar zijn omgekomen heb ik vele nabestaanden ontmoet.’’ Voor Jan is deze tijd altijd beladen. Hij gedenkt de mensen die hij in de oorlog is verloren en hoopt dat velen dat met hem doen. "Zeker de jongste generatie, ik ben altijd blij als scholen er aandacht aan besteden. Dit verhaal moet steeds worden doorverteld, ook als degenen die het meemaakten er zelf niet meer zijn."