Tom Schotten
Tom Schotten

Klein Giethoorn

Slierten kussende bootjes en files voor de bruggen. Het vaarwater van Langedijk is hot, anno 2020. Waar in 1963 de hele wereld onze kool wist te vinden, vinden ze nu ons water. Het nieuwe, vloeibare goud. Kanoën, suppen en toeren met een huurbootje; het kan hier allemaal. Een Langedijker lag van de zomer met zijn koolschuit achter me in een vaarfile. Hij aanschouwde de drukte en vatte het kernachtig samen: 'klein Giethoorn'.

In Giethoorn was ik tien jaar geleden. Ik huurde een boot en voer door het dorp. Alle huurboten waren voorzien van een stalen kooi om de motor, om schade bij aanvaringen mee te voorkomen. Het bleek geen overbodige luxe. Botsauto's kende ik al. Botsboten nog niet. Om de paar minuten knalde wel ergens twee boten tegen elkaar. Staal tegen staal. Alles in Giethoorn staat in het teken van toeristen. Spandoeken om mensen te trekken. Gekleurde vlaggenlijnen. Souvenirs. Vaarwater als honing voor de bijen. De huizen aan het water fungeren daar als kijkdozen. Een dorpsbewoonster vertelde me dat na de zomer Giethoorn pas weer van de eigen bevolking is. Dat ze dan weer kan genieten van haar tuin, de stilte en het water.

Najaar 2020, ik ben met mijn boot op pad. Zondagmorgen. Windstil. Achttien graden. Niemand op het water. Kop koffie naast me. Op het grote meer, vlakbij een onbewoond eiland, zet ik mijn motor uit. Het anker glijdt in het water. Er valt veel te genieten om me heen. De woorden van de vrouw uit Giethoorn spoken door me hoofd. Ik schenk een tweede bakkie in. De geur van koffie, vermengd met de geuren van Langedijk. Ik kijk om me heen. De vergezichten. Het kabbelende water. Ik geniet van Langedijk. Hou van Langedijk. Ben trots op Langedijk. Ik aai over mijn motor. Nu nog zonder kooi.