Ook de docenten van de scholen en kinderopvang in Westerkoog missen hun kroost getuige deze uitingen.
Ook de docenten van de scholen en kinderopvang in Westerkoog missen hun kroost getuige deze uitingen. (Foto: Dirk Karten)

‘Corona-protocollen op school, ik weet niet of dat werkt in de praktijk’

ZAANSTREEK – De jeugd heeft de toekomst luidt het gezegde. Maar gaat de jeugd ook de toekomst bepalen van hoelang de ‘intelligente’ lockdown duurt? Na 11 mei gaan we het met z’n allen ervaren. Want dan wordt de eerste stap gezet naar een normale samenleving omdat dan de scholen in het primair onderwijs, speciaal onderwijs en speciaal basisonderwijs weer fysiek openen. Ook de buitenschoolse opvang (BSO) gaat weer open.

Met het langzaam opstarten van Nederland begint tegelijk de grootste uitdaging: loopt de coronacurve weer op? Het RIVM mag dan met veel woorden in de persconferentie hebben beweerd dat het virus weinig tot geen vat heeft op jonge kinderen, wat gaat er gebeuren met de ouders als die straks weer voor het schoolhek wachten op hun kroost? Blijven ze anderhalve meter van elkaar? En hoe groot is de kans dat de docenten toch besmet raken?

Normale leven begint op 11 mei met openen onderwijs

Echt kleine kinderen leren leven letterlijk met vallen en opstaan. En bij het vallen is het heel normaal dat er een troostende arm om hun schouders wordt geslagen. Een aai over de bol. Of notoire snotneuzen worden afgeveegd. Kinderen rennen en lopen spontaan tegen je aan in hun spel. Allemaal contactmomenten waarvan nog moet blijken of het niet dat rottige virus over zal brengen.

Protocollen in de praktijk

“Ik weet echt niet hoe ik kan voorkomen dat kinderen in groepjes gaan staan”, verzuchtte een Zaanse conciërge. “Oké, er zitten veel minderen kinderen in de klas, maar hoe regel je de wisselmomenten als ze gaan lopen door de school? Hoeveel man moet je hebben om dat te controleren? En wat moet je doen als ze elkaar in de haren vliegen? Een van mijn taken is dan om er tussenin te komen. En dan al die protocollen die door de overheid zijn opgesteld. Ik weet niet of dat in de praktijk werkt.”

De regels bepalen onder meer dat alle kinderen 50% van de onderwijstijd naar school moeten. De reguliere bezetting op een school mag nooit meer dan 50% tegelijkertijd zijn. Het is aan de school hoe dit precies vorm te geven laat de overheid weten. Er wordt wel uitgegaan van hele dagen onderwijs. Bijvoorbeeld: leerlingen om de dag of twee/drie dagen afwisselend naar school. Reden hiervoor is om het aantal haal- en brengmomenten te beperken en om ouders zo veel mogelijk te ontzien bij het (thuis)werk.

Afstand houden

Kinderen in de opvang en in het primair onderwijs hoeven onderling geen anderhalve meter afstand te bewaren. Ze moeten echter wel ‘zo veel mogelijk anderhalve meter afstand bewaren ten opzichte van volwassenen’. In de praktijk natuurlijk een onmogelijke opgave. Neem het voorbeeld van kleuters die je niet kunt verbieden op schoot van de meester of de juf te klimmen. Dat mag en is ook verantwoord aldus het RIVM. ‘Wel is het is goed om, waar het kan, afstand tussen leerling en leerkracht te houden’. Duidelijk een regel die is bedacht door iemand die zelf geen kinderen heeft. Want een kind leeft in het NU. En is in zijn spel echt niet bezig met corona-gedragsregels.

Spannend

Los daarvan hebben ook de personeelsleden de opgave om onderlinge afstand van anderhalve meter in acht nemen. Dat wordt spannend bij het teamoverleg. Het is natuurlijk goed dat we ons leven weer zo snel mogelijk oppakken. En wie zijn ogen de kost geeft bij het lopen van het rondje door de wijk om een frisse neus te halen, ziet bij veel scholen spandoeken en andere uitingen van de juffen en meesters. Het maakt duidelijk dat ze hun scholieren enorm missen.

De kans is dan ook groot dat docent en kind elkaar spontaan letterlijk in de armen zullen sluiten als de schooldeuren weer open mogen. Protocollen of niet… Het is te hopen dat de warmte en onvoorwaardelijke liefde tussen docent en scholier het coronavirus definitief de wereld uit helpt.