Blije gezichten bij de Kerstman...
Blije gezichten bij de Kerstman... (Foto KerstPress)

‘Een ander normaal hoeft niet altijd slechter te zijn’

NOORDPOOL - Of we nu dit jaar met de hele familie aan de kersttafel zitten of knus met z'n tweeën: nog even en dan is het Kerstmis. En wat hoort er bij Kerstmis als een ei bij een doppie...? Juist, een sfeervol kerstverhaal. En dus hebben we onze beste correspondent naar de Noordpool gestuurd om de mening van de Kerstman te polsen. Het resultaat is onderstaand verhaal.

Door: Gerard Mak

Uitgeput aait de Kerstman zijn rendier. Hij mompelt wat en het rendier snuift. Zijn warme vochtige neus is vlakbij het oor van de oude man. Er trekt een rilling door het rendierlijf. Stoom komt uit zijn neusgaten.

‘Het zit erop, beestje,’ zegt de Kerstman zacht. ‘Nu mag je rusten.’

Verdrietig kijkt de Kerstman in de glanzende ogen van zijn trouwe lastdier. Het laat zijn kop zakken, alsof het zich schaamt voor zijn eigen vermoeidheid.

‘Ik ben ook moe,’ zegt de Kerstman troostend. ‘We hebben hard gewerkt en ver gereisd.’


Voorzichtig legt hij een deken over de rug van het rendier. Hij schudt even zijn hoofd. Waarom voelt hij zich teleurgesteld? Andere jaren kwam hij in de nacht van tweede kerstdag toch tevreden thuis?

‘Het was dit jaar anders,’ zegt hij zacht voor zich uit. Het rendier draait zijn kop half naar hem om. Dan zegt het, met woorden die alleen de Kerstman kan verstaan:

‘Een ander normaal hoeft niet altijd slechter te zijn.’

De Kerstman knikt, maar hij kan er nu niet in geloven.

‘Ga maar slapen,’ zegt hij enkel. Nog een keer streelt hij de fluwelen nek en gaat de stal uit. Zacht sluit hij de deur achter zich. Langzaam loopt hij naar zijn houten hut. Hij hijgt en worstelt tegen de wind in. Het is gaan sneeuwen, geen dwarrelende zachte kristallen, maar striemende verijsde vlokken. Binnen pookt hij het vuur op. Zuchtend schuift hij zijn gemakkelijke stoel dichter naar de haard en gaat zitten. Met een hand wrijft hij over zijn voorhoofd. Hij rilt, maar zijn voorhoofd gloeit. Buiten gaat de storm tekeer. De ijzige wind rukt aan de luiken voor de ramen, giert in de schoorsteen. Het dak maakt een roffelend geluid. De dakbalken kraken en steunen. De Kerstman let er niet op. Hij voelt zich nog steeds verward.
Andere jaren genoot hij van dit moment. Moe maar voldaan zat hij dan in zijn stoel voor het vuur, zijn voeten op de kachelplaat. In de vlammen had hij weer al die blije gezichten gezien. Hoeveel kinderwensen waren niet in vervulling gegaan? Maar nu? Weer schudt hij zijn hoofd.

‘Wat is er toch met me aan de hand?’ denkt hij.

Hij doet zijn ogen dicht, leunt achterover in zijn stoel. Het gebulder van de wind klinkt al verder en verder... De geluiden worden doffer en doffer... De kin van de Kerstman zakt op zijn borst. Hij sukkelt langzaam in slaap en hij dacht terug aan zijn wereldreis.

Kadootjes allemaal op 1 ½ meter leggen. En iedere keer zijn handen moeten reinigen. Bij elk pakje. Kinderen die achter mondmaskers hun kerstliederen zongen en ook ouders, die door de verplichte mondmaskers voor hem onverstaanbaar waren geworden. Nergens had hij uitbundige kerstsfeer gezien, of de vrolijkheid op de gezichten.

Allemaal een beetje beteuterd omdat de Overheid het verboden had om een uitbundige Kerst te vieren.


De wereld was veranderd. Gek geworden. In tweeën verdeeld. In voor- en tegenstanders. Complotdenkers tegenover bezorgde mensen. Vragen over wel of niet vaccineren? Allemaal maffe, rare gebeurtenissen die hij nog nooit eerder had meegemaakt.

Meestal werd er tijdens de Kerstdagen wel ergens in de wereld een oorlog tijdelijk stilgelegd, zodat de Kerstman zijn werk kon doen. Maar nu, in een Corona-tijd? Daar was geen denken aan. Iedereen keek beteuterd, chagrijnig of vervloekte zijn regering en raadgevers, en de tweespalt bleef, of werd na de lock-down nog erger.

Er was weinig begrip voor de maatregelen en de hele wereld leek ineens in oorlog. Niet tegen dat verdraaide virus, maar gek genoeg tegen elkaar. Bakkeleien, ruzie maken, korte lontjes en verwijten over en weer. Er was geen eenheid te bespeuren om samen de vijand te kunnen verslaan. Alles hing uit egoïsme, als los zand aan elkaar.

De Kerstman had zich tijdens zijn wereldreis ook aan de maatregelen moeten houden. Een coronatest vooraf om alle landen te kunnen bezoeken, en zijn mondmasker gedragen. Hij had er bijna flaporen van gekregen. Het was maar een kleine moeite geweest.

Maar als de mensheid geen eenheid kan worden, en het volgende jaar de situatie daardoor niet zal veranderen, dan geeft hij de pijp aan Maarten. Dan komt er ook geen Kerstman meer.

Dit jaar is het voor hem ook niet zo’n vrolijke Kerst.

Nou en?

Slaan we toch een jaartje over……

Rudolf is er klaar voor...