Zomerbollen in de tuin.
Zomerbollen in de tuin. (Foto: Alicja)

Kleurbelevenis met zomerbollen

Zomerbollen brengen de hele zomer, tot diep in het najaar, kleur in je tuin. Dankzij de grote variatie aan vormen en kleuren, is het effect van zomerbollen indrukwekkend. Bovendien vergroten ze de biodiversiteit.

Voor het opsieren van borders komen veel soorten binnen het assortiment zomerbollen in aanmerking. Vaak met opvallende, felle kleuren. Het effect van bijvoorbeeld Indisch bloemriet(Canna), Calla en Crocosmia (oude naam: Montbretia) is spectaculair te noemen.

De grote diversiteit in vormen trekt de aandacht van bijvoorbeeld de lelie (Lilium) of de lager blijvende herfstcyclaam (Cyclamen hederifolium). Deze laatste is een goede verwilderaar, die na verloop van tijd grote tapijten in het groen vormt. Ook de minder bekende tijgerbloem (Tigridia) en (Afrikaanse vlag (Chasmanthe) vallen dankzij hun vormen en kleuren op.

Toppers onder drachtplanten

Maar het zijn vooral de lampenpoetser (Liatris ) en niet-dubbele Dahlia die de toppers onder de drachtplanten vormen. Met hun grote hoeveelheden stuifmeel en nectar zijn ze in trek bij bijen en vlinders en leveren ze een grote bijdrage aan de biodiversiteit. Ook de anemoon (Anemone coronaria) en gladiool (Gladiolus) passen goed in bijenmengels.

Hoe en waar planten?

Plant zomerbollen in de periode vanaf de laatste vorst tot eind mei. De vuistregel is: plant twee keer zo diep als de bol. Dahlia vormt hierop een uitzondering; de knollen mogen juist niet te diep worden geplant, maar met het kraagje net onder het grondoppervlak. De meeste zomerbollen zijn zonaanbidders; zet ze daarom op plaatsen waar veel zon komt. Aan de bodem stellen ze niet veel eisen, als deze maar niet verdicht is. De grond moet namelijk vochtdoorlatend zijn. Veel zomerbollen, waaronder Dahlia, Canna en Crocosmia, doen het goed in bakken.

Veel bloemen van zomerbollen zijn uitstekende snijbloemen. Met een slimme mengselkeuze heb je bloemen van eind mei tot eind oktober.