Wonderpil

Er komt een mevrouw bij de dokter. Zij heeft een snelgroeiend , vreemd uitziend plekje in haar gezicht. Het zit naast haar neus. Het verandert van structuur , jeukt en bloedt.

Voor de huisarts voldoende signalen om het plekje te verwijderen.

Mevrouw is dementerend. Haar dochter begeleidt haar. Er is voor deze mevrouw extra tijd uitgetrokken. Een speciale benadering, duidelijke uitleg en geduld zijn de benodigde ingrediƫnten. Dat is ook de reden dat de huisarts zelf de verdoving geeft en mevrouw en haar dochter uit de wachtkamer haalt.

Iedereen is lief voor mevrouw. Zowel de verdoving als het verwijderen van het plekje verloopt volgens plan.

Om de hechtingen te beschermen wordt de plek afgeplakt. Mevrouw ervaart dit als bijzonder onprettig. Het verband wordt dan ook tot een minimum beperkt.

Het helpt niet. Een paniekaanval maakt zich van mevrouw meester. Zij ervaart de gevoelloosheid van de verdoving als een belemmering voor haar neusademhaling.

De huisarts adviseert haar om door de mond te ademen. Ook dit stelt mevrouw niet gerust. De paniek neemt toe. De huisarts wil mevrouw behulpzaam zijn met een rustgevend tabletje.

"Neem maar in, mam, daar word je rustig van," zegt haar dochter op geruststellende toon.

"Maar ik krijg geen lucht," schreeuwt de mevrouw.

Voorzichtig probeer ik contact te maken met mevrouw. Zachtjes wrijf ik over haar arm. In mijn ene hand een bekertje water. In mijn andere hand een klein tabletje.

"Hier krijgt uw neus weer lucht van. U bent dan niet meer benauwd."

Mevrouw slikt, trekt haar jas weer aan en vertrekt. De lucht is geklaard.

Lieve mevrouw, het komt allemaal goed!

Isa Bron