Afbeelding
Richard de Jong

10 vragen aan Richard de Jong

Jeu de Boules is een beetje een onbegrepen sport. Ook ontbreekt het aan publiciteit. Het darten is als een komeet omhoog geschoten ten eerste door de prestaties van Raymond van Barneveld, maar zeker ook door de vele TV uitzendingen. Het zou positief zijn als de media er meer aandacht aan besteed.

Antwoord op de vraag van Ton Buis: Hoe zie jij de toekomst van de Jeu de Boules sport?

Petanque, zoals wij het spelen het officieel heet, kun je vergelijken met darten of biljarten. Om het goed te kunnen spelen moet je veel oefenen en je goed kunnen concentreren. De moeilijkheidsfactor is het terrein, waarop je speelt. Het is niet zomaar de bal, de boule, naar het kleine balletje, de but, te gooien. Veel techniek is nodig om de boule op een verschillende ondergrond goed te kunnen plaatsen.

Een groot deel van de jeugd kiest voor de conditionele sporten, maar ik weet zeker, dat zij, die hiermee niet mee kunnen komen, bij de jeu de boules wel hun plaats vinden. Helaas hebben wij slechts één jeugdspeler. Om een jeugdafdeling te kunnen starten moeten daar natuurlijk nog wel een paar bijkomen. Wat betreft de senioren gaat het crescendo. Met name de woensdagmiddag is voor deze doelgroep een uitgelezen middag. Zonder wedstrijddruk kan er dan ontspannen een balletje gegooid worden.

Resumerend op de gestelde vraag is er zeker een toekomst, maar om de jeugd te bereiken moet er nog veel promotie verricht worden.

Wie bent u?

Mijn naam is Richard de Jong. Ik was manueel- en fysiotherapeut. Van 1982 tot en met 2012 had ik een fysiotherapiepraktijk in Zuid-Scharwoude. In deze tijd was ik tevens fysiotherapeut bij LSVV. Momenteel ben ik als vrijwilliger verbonden aan het Geoffry Donaldson Instituut, waar ik mij bezig hou met het archief en de website. Laatstgenoemde doe ik tevens voor LSVV, R.K. parochie St. Jan de Doper en Langedijker Petanque Club Les Mille Îles.

Van wie bent u dr ien?

Dit antwoord zullen weinig mensen wat zeggen, maar ik ben dr ien van Annie (Johanna) Polder en Jan de Jong. De zuster van mijn moeders vader was Tante Leen. Ik had één broer, Ronald.

Wat heeft u met dit dorp?

Ik kom zelf uit Amsterdam en ben daar op mijn 25ste weggegaan. In Alkmaar heb ik twee jaar gewoond. In 1979 ben ik naar Broek op Langedijk verhuisd en nu sinds 1993 woon ik in Noord-Scharwoude. Door mijn werk kwam ik met veel mensen in contact , welke ik in het privéleven van tijd tot tijd weer tegenkwam. Dat geeft een stukje binding, wat je in Amsterdam niet hebt. De sociale verbondenheid spreekt mij aan.

De mooiste plek in Langedijk?

De Geestmerambacht en het Diepsmeerpark zijn mooie plekken. Het Rijk der Duizend Eilanden is natuurlijk ook geweldig. De tijd voor de verkaveling heb ik helaas niet meegemaakt. En natuurlijk is het speelterrein van de Langedijker Petanque Club Les Mille Îles met zijn bouledrome en sportkantine vermeldenswaard.

Welke herinnering aan dit dorp is u dierbaar?

Door mijn activiteiten bij LSVV werd ik in 2012 erelid. Dat was best wel emotioneel. Tevens op dezelfde avond werd ik op voordracht van diverse mensen benoemd tot Lid van de Orde van Oranje Nassau. Dat doet wel wat met je. Verder de zuurkoolmaaltijd tijdens Negen Eeuwen Langedijk en de beddenrace waaraan ik vijf keer heb meegedaan met als hoogste een zevende plaats.

Als u burgemeester was, wat zou u aanpakken?

Dit vind ik een moeilijke vraag, omdat ik niet achter de schermen kan kijken, wat er alzo voor de ouderen gedaan wordt. In deze tijd draait alles om financiën. Volgens Den Haag klotst het geld tegen de plinten. Dan hebben ze deze bij onder andere de ouderen vergeten aan te leggen. Veelal rust de hulp voor hen op de schouders van vrijwilligers. Qua organisatie zijn er wel verbeterpunten. En dan nog een algemene opmerking. Voedselbanken in Nederland, een welvarend land. Pardon!

Wat is het beste advies dat u ooit kreeg?

Met beide benen op de grond blijven staan kreeg ik van huis uit mee of iemand respecteren zoals hij is. Als je de minnen van iemand accepteert en de plussen naar voren haalt, kan je met iedereen door één deur.

Wat is uw toekomstwens voor Langedijk?

Ik begrijp, dat er door het tekort aan woningen gebouwd moet worden, maar ik hoop, dat er nog wel wat landelijks overblijft. Het samengaan met Heerhugowaard is een feit en dat is genoeg. Niet die grote buurman erbij, want dan komt de eigen identiteit in gevaar en die moet bewaard blijven.

Wie is uw opvolger in deze rubriek?

Mijn opvolger is Egbert Barten van het Geoffry Donaldson Instituut. Mijn vraag aan hem is, hoe hij de toekomst van de bioscopen ziet.