Afbeelding
(Foto: Marco Meeuwisse)

Roodborstje, boodschapper

Ik sta in de voortuin. Steeds met een Roodborstje dichtbij. Ik waardeer haar gezelschap, maar ze is er niet voor mij. Ze weet dat mijn spitwerk haar kansen biedt. Vanuit een uitkijkpunt jaagt ze op de door mij verstoorde insecten en wormen en zo word ik ‘gedoogd’ in haar territorium.

Als het grind bij de voordeur kraakt, kijk ik om. Ah. De postbode. “Mogge!” Het Roodborstje schiet de rozenstruik in.

“Leuk zijn ze hè?” Vraagt ze wijzend terwijl ik de post krijg aangereikt. “Ja, inderdaad. Roodborstjes zijn aandoenlijk en zelfs met u verbonden.” “Echt?” zegt ze met opgetrokken wenkbrauwen.

“Robin is de bijnaam voor de rood geüniformeerde Engelse postbodes. En Roodborstjes zijn geliefd op hun kerstkaarten, als hét symbool van de hoop. Ze zegt: “Goh, wist ik niet, het is maar wat je gelooft.“

“Ach weet u, de Britten dichten hun nationale vogel de gekste dingen toe.

Een zingende roodborst op de dorpel is een voorbode van de dood en ze gebruiken haar zelfs bij weersvoorspellingen. Zit ze stil in de struiken, dan gaat het regenen.”

Ze reageert wat dromerig: “Die Engelsen toch, raar volk.”

“Ach, wat is raar. Veel anderen zien de Roodborst als heilige vogel. De mythe is dat het leed van Jezus aan het kruis werd verzacht door een Roodborstje dat de doornen uit zijn kroon haalde. Toen ze per ongeluk in haar eigen borst prikte verscheen een engel die zei: Als beloning voor je goede daden zal je borst altijd rood blijven. Iedereen zal je beminnen.”

“Tuurlijk”, mompelt ze, terwijl ze nu onverstoord de post lijkt te sorteren. Inderdaad, ik leuter te veel.

Toch vervolg ik.

“En tja, u bent eigenlijk een vijand bent van de Roodborst!” De postbode kijkt nu wel op. “Je draagt oranje en bent in haar territorium. Dus zoekt ze je op en laat luidruchtig weten dat je op ‘verboden’ terrein bent.”

Ze zegt lachend: “Vandaar dat ik ze zoveel zie...!”

Als ik haar daarna dank voor alle postbezorging in het afgelopen jaar, merkt ze bescheiden op ”Het is mijn werk hoor en bovendien breng ik meestal slecht nieuws.”

“Oneens”, reageer ik meteen, “Daar is een Brits spreekwoord voor: “Dont shoot the messenger.”

Ze lacht nu voluit, klapt de standaard van haar fiets in en rijdt weg. Een flauw najaarszonnetje omarmt haar in een warm licht. De Roodborst in de rozenstruik kwettert haar nog even na. Alsof gevierd moet worden dat de ‘vijand’ is weggejaagd. “Gut” overpeins ik, “postbodes en Roodborstjes, ze dragen een omgekeerd oranje hart op de borst en zijn beiden brengers van goed of slecht nieuws. Inderdaad: Het is maar waar je in gelooft.”

Ondanks alles blijf ik ze aandoenlijk vinden. Een rare mix van onschuld, hulpeloosheid en schoonheid. Een beetje Boeddhist zou me uitlachen. Wie van een vogel enkel de vriendelijke glimlach ziet, is een dwaas.

Als ik één van de afgeleverde kerstkaarten omdraai, zie ik een Roodborst afgebeeld. “Nou ja.. “ mompel ik.

Aangezien de voordeur open staat, zeil ik de kaart naar binnen. Verdorie! Dat vergat ik de postbode nog te vertellen. Het is een voorteken van geluk als een Roodborstje je huis invliegt.


Wat u ook gelooft, ik wens u warme feestdagen en voor 2021 veel Roodborstjes in huis.