Afbeelding

100…

Dit is alweer mijn 100ste column en gelukkig nog niet de laatste. Mijn pen is nog niet leeg en ik wens dat jullie mijn schrijfsels willen blijven lezen, want anders heeft het geen zin. Hier komt ie...

‘Soms zijn mijn dagen zwart en twijfel ik aan alles wat ik doe en zeg… Ik kijk dan hoogst verbaasd als ik om mij heen mensen zie lachen en samen fijne momenten zie beleven. Zo’n dag kan lang duren en de twijfel staat dan voorop. Totdat ik jou ontmoette, als in een droom kwam jij mijn leven binnen en maakte het donker licht met je warme liefde en eindeloos geluk. Ik wil je dan eeuwig vasthouden en nooit meer laten gaan. Maar ik weet dat, ondanks dat, er weer zo’n zwarte dag op de loer ligt om me het leven zuur te maken. Natuurlijk zit dat in me en kunnen jouw of andermans opbeurende woorden daar weinig aan veranderen. Tot het moment dat die zwarte deur open gaat en ik me weer begeef in jouw zonnige wereld. Heb ik je wel genoeg gezegd dat ik daar heel blij mee ben, heb ik je genoeg die dankbaarheid getoond? Toen ik je ooit ontmoette en je mijn hart in vuur en vlam zette, nam ik me voor je levenspad samen met mij vol rode, witte en gele rozen te planten. Een kleurig pad dat ons geluk dagelijks zou onderstrepen. Ach, ik vergat dat rozen doornen hebben en dat ik me wel eens kon prikken.. ik bleef en blijf die ik ben, soms tobbend en soms blij. Gelukkig ben jij degene met dat regelmatige karakter. Dat geeft en brengt mij rust. Nu we samen de herfst van ons leven in zicht hebben en we hopelijk nog heel wat jaren samen vooruit mogen, springen deze woorden zomaar opeens uit mijn p.c. Eigenlijk wil ik je alleen maar zeggen dat ik, nog steeds, intens veel van je hou en dankbaar ben voor datgene wat je me al gaf en geeft. Dat je mijn zware gemoedsrust zo vaak accepteert vind ik een wonder, en jij bent blijkbaar mijn wonder...’