Afbeelding
Ben Wansink

Zoek de zon

Bijna aan het einde van een hectisch en moeilijk jaar lig ik op de bank en mijn gedachten schieten in het rond. Ik denk aan dat vreselijke virus en zie grijze rijen van overleden mensen die de pech hadden dat virus te ontmoeten. Daar omheen zij die achterbleven, vol verdriet en herinneringen. Ik denk aan dat kamp daar in Griekenland waar de brand uitbrak en waar veel te veel mensen dakloos en zonder enig bezit rondzwerven. Mijn hart slaat over als ik aan al die vreselijke aanslagen denk, zoals in Nice en ik zie de leraar, enthousiast en gedreven, zijn leerlingen vertellen over de terreur van een minderheid. Tot hij daadwerkelijk die terreur tegenkwam… Dan zie ik de mensen die er niet meer zijn en in het verleden lieve, leuke personen waren die anderen plezier brachten. Hun gezichten zie ik nog duidelijk voor me, hun stemmen vervagen. Hoe zou het zijn als de hemel echt bestaat? Namen flitsen me voorbij. Willem Jan Bullooper, de levensgenieter, Dirk Keppel, altijd in voor een grap, Ria Tromp, gewoon een lief mens en mijn moedertje, klein en vergeetachtig. Ach, er zijn er zoveel, eigenlijk teveel. Ik ga overeind zitten en denk dat ik aan leuke zaken moet denken: mijn kleindochters, mijn vrouw, mijn buren waar ik veel plezier mee had maar die helaas verhuisden, de leuke etentjes toen het heel gewoon was om een restaurant binnen te stappen. Ik denk aan die bioscoopfilm waarbij we zo gelachen hebben, dat mooie lied, gezongen in ‘De beste zangers.' De vrienden die feestvieren en voor wie de nacht te kort is, aan... ‘Stop!', roept mijn hart en ik leg mijn hand op dat tikkende orgaan. Ik voel het bonzend ritme en realiseer me dat ook ik ooit een herinnering zal zijn voor iemand. ‘Wees verstandig en leef je leven nu en geniet van dat wat er is. Hou op met dat gepeins en gezeur, moeilijk type', zegt het ritme. Ik sta op van de bank en zeg tegen mijn vrouw: "Schat, we gaan wandelen op het strand en ik koop een ijsje voor je!” De zon schijnt…