Afbeelding
Geert van Diepen

Het wordt niets zonder jou

‘Ik heb een idee,' zei Annabel op een avond tegen haar man, die languit op de bank geamuseerd naar de zoveelste aflevering van een nietszeggend programma staarde. ‘Ja, straks,' mompelde hij, ‘eerst dit afkijken.' Annabel verroerde zich niet. Midden in de kamer bleef ze staan wachten, strijdbaar en vol energie. Terwijl ze daar stond begonnen haar knieën op te spelen. Ze was te zwaar, ze wist het al jaren maar nu irriteerde haar overgewicht haar meer dan ooit. Dat ze het zo ver had laten komen, ze was er klaar mee. Met haar mateloosheid, haar zwakte om het leven naar haar hand te zetten. Ongeduldig wachtte ze op de eindtune, ondertussen de zinnen oefenend die ze tegen haar man zou zeggen. Die middag was ze de vriendin van een van haar zonen in de supermarkt tegen het lijf gelopen. Beiden achter een volle winkelwagen. Ze had zich verbaasd over de soort van producten
in Lotte's winkelwagen. Alles bio, groen verpakt en duur. Niet bepaald de koopjes waar ze zelf altijd op uit was. Waar deden ze het van? ‘Kind', had ze gezegd, ‘die paprika van jou kost twee keer zoveel als die van mij.’ Lotte bleef koel, had haar glimlachend aangekeken en haar haar keuze voor de dure paprika uitgelegd. Voor het dure brood, de melk, de kaas, groente, fruit en vlees.
De eindtune klonk, haar man zette het geluid zacht en keek haar afwachtend aan. Vlug pakte Annabel een stoel, ging recht tegenover hem zitten en masseerde haar pijnlijke knieën. ‘Ik heb een idee,’ zei ze weer. Haar stem klonk nu zelfverzekerd. ‘Ja …’ zuchtte haar man licht geïrriteerd, ‘en dat is ….?’ De pijn in haar knieën werd minder, haar rug en oksels voelden warm en zweterig. Ze zei:
‘We gaan iets kopen met het geld van onze vliegreis die niet doorging.’ Meteen trok haar man een bedenkelijk gezicht. ‘Toch geen nieuw bankstel, hoop ik. Of iets in de keuken?’ Annabel schudde haar hoofd. ‘Nee, we kopen er bio spullen van. Die zijn duurder, maar wel lekkerder en gezonder. En ook beter voor de boeren en de beesten.’
Haar man haalde zijn schouders op. ‘Bio spullen?’ zei hij met een vies gezicht.
Annabel knikte. Ze wist het zeker, ze nam het lot in eigen handen. Tenslotte was zij het die de boodschappen deed. Ze ging niet meer voor koopjes, maar voor gróen. Voor bio. Voor de wereld van straks, voor zichzelf en haar kleinkinderen.