Afbeelding
Geert van Diepen

Kippenhok

Mijn drie kippen zijn aan een nieuw hok toe. Het bouwval waarin ze hun hagelwitte eitjes leggen is 35 jaar oud. De balken in de grond rotten weg en het golfplatendak van onvervalst asbest drukt het nachthok naar voren. Het mooie is er al jaren vanaf maar ik zie op tegen de klus. Hoe graag ik ook met hout werk, het timmeren van een nieuw kippenverblijf kost me weken. In een moment van zwakte googel ik KIPPENHOK, en hup, daar staan ze bij toverslag: plaatjes van strakke kippenhokken, groot en nieuw en… kant en klaar. Zal ik er een bestellen? Een paar muisklikken en we hebben voor achthonderd euro een perfect hok. Maar ik aarzel… ik woon niet alleen en heb geen zin in een hok met herrie. Ik hoor de vrouw al protesteren: Kopen? Je zou zélf toch een nieuw hok bouwen! We hebben hout zat. Ze zal me afkeurend aankijken en langdurig zwijgen. Tsja. Tegen beter weten in doe ik ’s morgens bij de koffie toch een poging. ‘Moet je luisteren…’ zeg ik enthousiast. ‘Ik zag op internet een hartstikke leuk kippenhok, groot en strak met alles erop en eraan. Voor een paar honderd euro zijn we klaar.’ Fronsend kijkt ze me aan. ‘Een hok kopen? Je zou er zelf toch een bouwen. We hebben hout genoeg.’ Tsja… ik wist het. En ze heeft gelijk, zoals wel vaker. Verdere pogingen om haar te overtuigen doe ik dan ook niet en besluiteloze weken volgen. In China heerst ondertussen een nieuw virus. Het probleem lijkt ver weg, totdat hetzelfde virus ineens in ons eigen Brabant de kop opsteekt. Het zaait dood en verderf. Enkele weken later moet heel Nederland intelligent op slot, ook het Zoldertheater gaat dicht en zit ik ineens zonder werk. Mijn agenda wordt wit, mijn dagen zeeën van tijd: ik kan, ik hoef en ik moet even niets meer. De zon schijnt, de voorraad gebruikt hout onder het afdak lonkt. Wekenlang zaag en schroef ik erop los en begin mei ligt het eerste ei in het nieuwe hok: villa Corona.