Nieuwjaarsleven

De laatste dag van het oude jaar was een lange dag. Al vroeg stonden we oliebollen in allerlei soorten en maten te bakken. Ik weet dat er mensen zijn die nog vroeger beginnen met bakken. Het zij zo. Ik kreeg ongevraagd een tip: een volle nacht rozijnen in de rum laten staan, goed droog maken, beetje meel erover, geraspte verse gember, kleine stukjes appel en vooral lang laten rijzen, de bollen worden dan lekker luchtig. Het bleek een waardevolle tip te zijn. Hoewel mijn vrouw alle jaren op mijn advies rozijnen, gedrenkt in de rum, in de oliebollen doet, was het dit jaar nog fijner van smaak – culinair. En daar hou ik nu van.

Tip: een volle nacht rozijnen in de rum laten staan

Dit jaar was er hulp. Mijn kleinzoon van vijf deed de slab van zijn zus om – er was voor hem geen schort voorhanden, dat begreep hij wel – en ging oma helpen: poedersuiker strooien op de oliebollen, primair. Secundair ook wat op het aanrecht en de grond. Ik zat in ons kantoor te schrijven aan nieuwe columns en werd verrast met een lekkere oliebol die mijn kleinzoon kwam brengen. Tien minuten later stond hij er alweer – met een oliebol. Dat geschiedde nog een derde keer. Toen vroeg hij; "Kan ik nog wat anders brengen, opa?" Ik zei: "Doe mij maar een kopje koffie." Hij keek mij aan en sprak: "Beneden maar, dan kom je nog eens van je stoel af."

'Was ik ook zo scherp als 5-jarige?'

Hij lachte niet eens. Hij keek mij alleen maar aan. Moest ik gaan lachen om zijn opmerking. Hij was bloedserieus. Hoe was ik toen ik vijf jaar was? Ook zo scherp? Denk het effe niet. De dag vorderde. Het werd twaalf uur. Het vuurwerk ging de mist in. De oliebollen gingen nagenoeg op, evenals de chips en alle andere hapjes. De ontkurking van de champagnefles was geschied en de drank was in het lichaam verdwenen. Ook na twaalf uur werd er adem gehaald, voor zover de longen dat toelieten. Ook de incidenten en de vernielingen gingen door. Evenzo de branden. De discussie over het al dan niet stoppen met vuurwerk werd voortgezet; een mistige discussie, soms.

Op nieuwjaarsdag wensten we elkaar het allerbeste, als vanouds. De recepties komen eraan. Kleffe handen schudden. Ik deed altijd een beetje zachte zeep in mijn handen. Niemand beklaagde zich erover. De vrije dagen zijn voorbij, evenals het vele eten in de maag verdween en op een uitkomend moment uitgescheiden werd.

Kan geschaard worden onder voedselverspilling. Het boodschappenlijstje. Ja, ook dat moest doorgaan. De cyclus begon weer. Het Nieuwjaarsleven was begonnen.