Pindakaas

De hagelslag was op. Dat lijkt een kleinigheid, maar met een chocolaverslaafde puber in huis die alleen zoetigheid op haar brood wil, is het dat absoluut niet. Toen ik een pak uit het schap viste, viel mijn oog op de pindakaas en ik dacht terug aan een ontmoeting van zo'n jaar geleden. Voor het schap met broodbeleg stond een vrouw van een jaar of zestig. Ze had een wilde bos grijzend haar. 'Kunt u mij helpen?', vroeg ze met een radeloze blik in haar ogen. 'Ik zoek pindakaas. De gewone.' Haar kleinzoon uit Amerika kwam over en die jongen was gek op pindakaas.

Nou weet ik niet of u ooit heel goed naar het schap met pindakaas heeft gekeken, maar je weet niet wat je ziet. Pindakaas in alle soorten en maten. Creamy, cruncy of super cruncy. Zeezout caramel, cashew amandel, honing chili en kokos maple. Surinaamse pindakaas, biologische pindakaas en pindakaas met stukjes pinda. En met deksels in een scala aan kleuren: grijs, geel, groen, rood, lichtblauw en donkerblauw. We zagen zelfs een paarse. Met een jaloerse blik keken we naar de appelstroop ernaast. Drie potjes, heerlijk overzichtelijk. Lekker ook, die appelstroop, goed voor je ijzer, maar daar had die kleinzoon van haar natuurlijk geen boodschap aan.

'Ze zullen de gewone toch wel hebben?' Het arme mens keek er een beetje beteuterd bij. Ja, dat krijg je er nou van. Als je de gewone wilt, ga je je van de weeromstuit een beetje sneu voelen. Nergens voor nodig natuurlijk.

'Die van Pietje Vitamientje', zei ik monter.

Haar hele gezicht klaarde op. 'Ja, die'.

Wij begrepen elkaar. De vakkenvuller deed dat niet. Wat weet zo’n lange slungel nou ook van Pietje Vitamientje. We legden het uit. Die met de bruine deksel, zonder poespas. Hij ging door zijn knieën, zijn arm verdween in het onderste schap en kwam er met de juiste pot weer uit. Je vliegt zo’n jongen natuurlijk niet om de hals, maar het scheelde niet veel. Ze was dolgelukkig. Ik had werkelijk nooit gedacht dat een mens zo trots met een pot pindakaas de winkel uit kon lopen.