‘Niet slabakken maar ‘kappen’!
ZAANDIJK – “Met de groep onder de dertien jaar had ik een superseizoen. De inzet werd ook beloond want we promoveerden naar de eerste klasse. Helaas hebben we daarin maar twee wedstrijden kunnen spelen. Toen sloeg de corona toe en alles werd stilgelegd. Zo jammer”, zegt ZVV Zaandijk jeugdtrainer Gert-Jan Olie vol spijt. Komende zaterdag begint hij nu met zijn ploeg onder de zeventien aan de nieuwe competitie. “We spelen thuis tegen Purmerend onze eerste KNVB-bekerwedstrijd en gaan natuurlijk voor de winst. Wat dacht je dan?”
Zaterdag eerste bekerwedstrijd voor team jeugdtrainer ZVV Zaandijk Gert-Jan Olie
Afgelopen maandagavond, de zon gaat langzaam onder over het fraaie Zaandijk complex. Her en der wordt er druk getraind op de perfecte velden van het sportpark Schanszicht aan de Diederik Sonoyweg. De opmars naar het nieuwe seizoen is ook zichtbaar in de kantine. Die wordt ook ‘coronaproof’ gemaakt. Met tafels die op gepaste afstand van elkaar staan opgesteld en voorzien zijn van waarschuwingsstickers.
‘Blijf druk zetten!’
‘Houd de snelheid in de bal. Dat moet ook zaterdag het geval zijn. Niet versloffen. Afspelen! Kijk, die bal zat goed op je slof. Prima. Blijf druk zetten!’ Gert-Jan zijn stem is tot op de Zaanse Schans te horen.
Een beetje verontschuldigend zegt hij: “De jongens zijn er aan gewend. Ik ben zelf altijd heel enthousiast in het veld. Dat wil ik overbrengen. In mijn trainingen probeer ik mijn spelers het besef bij te brengen dat ze hard moeten trainen willen ze op zaterdag punten maken. Niet slabakken maar ‘kappen’!”
Echt goed bezig
Gert-Jan is nu vier jaar bij deze vereniging actief als jeugdtrainer en heeft er zijn draai helemaal gevonden. “Zaandijk is een fantastische club. Ze zijn hier goed bezig”, zegt hij vol overtuiging.
“We doen het als vereniging echt samen. Zowel de clubleden zelf als de ouders. Tot het (jeugd)bestuur en de mopperploeg die het complex ieder keer weer perfect oplevert. Dat mag best eens worden gezegd want echter de schermen wordt er keihard door iedereen gewerkt. Los daarvan wordt er hier oprecht naar je omgekeken.”
(VERVOLG OP PAGINA 3)
