Bouke de Groot
Bouke de Groot (Foto: Aangeleverd)

Onbetaalbaar

LANDSMEER - Bouke de Groot is vrijwilliger bij De Keern. Vier maanden lang waren door de coronamaatregelen de deuren van het verpleeghuis gesloten. Vanaf 1 augustus hoopt hij zijn geliefde vrijwilligerswerk weer te kunnen oppakken.

Hoe is het voor de 30 vrijwilligers van De Keern om ineens de bewoners niet meer te zien en je vertrouwde taken in de week niet meer uit te voeren? We vroegen het aan een van hen, Bouke de Groot, in zijn seniorenwoning in Landsmeer.

Helaas kon hij de afgelopen maanden alleen maar af en toe ‘even zwaaien’ naar de dames op het balkon. "Het valt niet mee om geen bezigheden meer te hebben," geeft hij toe.

Daarvoor was Bouke vrijwel altijd in de huiskamer op de eerste etage te vinden. Sinds zijn moeder in 2011 in De Keern kwam wonen maakte hij zich daar graag nuttig en na haar overlijden is hij er mee doorgegaan.

Afkomstig uit de autobranche was dit wel heel ander werk. Maar Bouke is een zorgzaam man, zijn handen vinden altijd wel wat te doen.

Hij hielp met het opruimen van de ontbijtboel en zette koffie. Hij hielp bij het serveren van de warme maaltijd tussen de middag.

Straks hoopt hij ook weer te kunnen assisteren bij alles wat de activiteitenbegeleidsters voor de bewoners organiseren.

Maandags is er gym en handwerken, dinsdags soms een optreden of kookgroep. Woensdags kienen en donderdags geheugentraining of gespreksgroep. De meeste activiteiten zijn één keer in de veertien dagen.

In de achttien maanden dat bewoners in Purmerend woonden omdat De Keern verbouwd werd (november 2016 tot april 2018) tufte Bouke met zijn autootje meerdere dagen in de week naar Purmerend. Hij wilde de bewoners niet in de steek laten.

De bewoonsters van de eerste verdieping zijn dan ook dol op hem. Bewoners van de begane grond zeggen wel eens jaloers: "Ik wou dat wij ook een Bouke hadden."

Hij laat me een postkaart zien die onlangs bij hem in de bus lag: 'We blijven zwaaien en tot gauw. We missen je. Alle bewoners’, staat erop.

"Ik denk wel dat de vlag uitgaat als ik weer kom. Ze missen me."


Fenna Bolderheij