Vervolg van de voorpagina


Ze trad twee jaar geleden aan in een heel andere constellatie dan ze toentertijd als lid van de stadsdeelraad meemaakte: toen nog een gekozen stadsdeelbestuur met eigen bevoegdheden, nu een Stopera die het bijna in zijn eentje voor het zeggen heeft. Helpt het bijna spreekwoordelijke gebrek aan kennis bij stadshuisambtenaren en Stoperabestuurders over het, volgens velen bijzondere, Noord nu wel mee aan het besturen van het stadsdeel? Dat valt wel heel erg mee, vindt Berends: “Jullie zouden ervan op kijken hoeveel gemeenteambtenaren er in Noord wonen. Er is een hoop kennis in de Stopera over Noord en vergeet onze eigen stadsdeelcommissie en DB niet die Noord goed kennen. We doen ertoe.”

Opkomen voor buurten

De stadsdeelvoorzitter is nu halverwege haar ambtsperiode: op welke resultaten gaat ze prat? “Vooral dat wij ons sterk gericht hebben op buurten die nooit veel aandacht krijgen en waar het gevoel heerst dat ‘de bestuurders nooit iets voor ons doen’.” Dat zijn vaak buurten die vijftig jaar geleden gebouwd werden en nu zo’n beetje óp’ zijn, zoals Banne Noord en de Kleine Wereld. “In Floradorp heerste veel achterdocht en die hebben we voor een groot deel weg kunnen nemen met buurtbudgetten die groepen bewoners met onze hulp zelf kunnen besteden. Daar word ik heel gelukkig van, zeker omdat bewoners zelf aan het roer staan. Ik houd van de traditie van het Floravuur,” geeft ze als voorbeeld, “maar toen ik aantrad was er net sprake van het slopen van buurthuis Het Anker waar het feest altijd plaatsvond. Bovendien werd het feest een evenement waarvoor een vergunning moest worden aangevraagd. De bewoners van Floradorp waren woedend: ‘Geen feest? Dan ook geen vuur’ en vroegen geen vergunning aan. Toen hebben we een brief gestuurd: we doen ons best dat het volgend jaar wel kan doorgaan! Gelukkig vroegen ze alsnog vergunning aan en kon het vuur toch nog aangestoken worden.” Iets soortgelijks gebeurde ook in Kadoelen waar bewoners met een buurtbudget zelf een buurtcentrum konden inrichten en in de Kleine Wereld, waar bewoners een buurtplan hebben ingediend. “Ook daar werkte iedereen zonder enig cynisme enthousiast mee aan de inrichting van een nieuwe speeltuin." Maar er zijn ook altijd dingen die niet lukken. Wat ging volgens Erna Berends in die twee jaar stadsdeelvoorzitterschap niet of niet goed? “Beleid is soms weerbarstig en duurt lang. Zo is het erg lastig om uit te leggen dat je niet altijd de mammoettanker van koers kunt laten veranderen bij bouwplannen. Bijvoorbeeld de nieuwbouw van hotels, die zo kunnen domineren in bestaande buurten. Wij zeggen bijvoorbeeld tegen de Noorderlingen dat er een hotelstop komt en als daarna dan tegenover de Kromhouthal een groot hotel verrijst, is de reactie: ‘Ja ja, ze zeggen dit en doen dat’. Dan is erg lastig uit te leggen dat dit gebeurt volgens een oud, al jaren geleden goedgekeurd plan.”

Hoe verder met de nieuwe vorm van het bestuur van Noord? Liever praat Berends niet over de voor- of nadelen van de huidige bestuursvorm - daarover wordt binnenkort een uitgebreide evaluatie gehouden. Maar vraagstukken van Noord zelf? De grootste uitdaging in de komende tijd is volgens de stadsdeelvoorzitter de bereikbaarheid van het stadsdeel, een van de kwetsbaarste kenmerken van het geïsoleerd liggende en tegelijk zo snel groeiende Noord. “Er wordt al heel lang gepraat over de Sprong over het IJ, wel of geen fietsbrug, maar ondertussen worden de ponten voller en drukker. Met een kortere oversteek en nieuwe ponten kom je tijdelijk wel een eind, maar het blijft behelpen met een groeiend stadsdeel. De IJtunnel inzetten voor fietsers en voetgangers is een optie vol haken en ogen. En de auto is voor veel Noorderlingen het enige vervoermiddel.”