Vlasgezel

De vrouw met het jongetje liep voor mij in de supermarkt. Hoewel bij de ingang op een groot papier vermeld stond dat slechts één persoon per gezin naar binnen mocht, hadden daar veel mensen lak aan, zo ook de vrouw en het jongetje – ik nam het jongetje dat niet kwalijk, hij was te jong om te lezen, niet om te praten, zo bleek op een later moment bij de vitrine voor vleeswaren.

“Mam, wanneer krijgen wij vlasgezel?”

In mijn beleving kwam de vraag geheel uit de lucht vallen.

De vrouw antwoordde diplomatiek: “Als wij straks thuis zijn zal ik je alles over glasvezel vertellen. Nu gaan we eerst alle boodschappen doen.” Het jongetje knikte, keek naar de gevulde schappen met producten en kon het niet nalaten zijn kennelijke ongeduld te botvieren op zijn moeder: “Mam, waarom krijgen we vlasgezel?”

“Het is glasvezel en ik ga je straks erover vertellen,” zei de vrouw geduldig. Het jongetje draaide zich om en keek mij uitdagend aan. “Wij krijgen lekker vlasgezel.” Het ontbrak eraan dat hij toevoegde: en jij lekker niet.

Wat moest ik? Hem corrigeren? Anderzijds dacht ik dat in zijn onjuiste woorduitspraak een zekere kern van waarheid zat. Vlas is een goed en sterk product en zou in mijn optie weleens een goede vervanger van glasvezel kunnen zijn. En het is ook nog eens duurzaam. Onwetend van de technologie was het jongetje aardig op weg naar de toekomst.

“Krijg jij ook vlasgezel?” Ik was dus nog niet van hem af.

Zijn moeder wist raad: “Tom, je zegt netjes tegen andere mensen ‘u’. En… kom nu verder mee, kunnen we samen de boodschappen in de kar doen.”

Het bleek verloren moeite. Het jongetje liep een paar stappen mee, stopte de door zijn moeder toegestopte jam in de kar, liet het eigenlijk erin vallen. Het bleef heel, maar de moeder was geschrokken – het was aan haar blik duidelijk te merken.

Hij draaide zich weer op en vond het kennelijk een aangenaam vertier tijdens het saaie boodschappen doen. “Wanneer krijg jij vlasgezel?”

Ik dacht na… Toen zei ik: “Ik ga snel alle boodschappen doen. Straks krijg ik vlasgezel. Misschien jullie ook wel.”