Raambezoek

Wij zijn in sneltreinvaart, althans zo lijkt het, terugkijkend naar de afgelopen weken, in een onwerkelijke situatie terechtgekomen. Woorden als 'saamhorigheid', 'solidariteit' en 'verbondenheid', klinken veelvuldig. Ze worden te pas en te onpas gebruikt, en met 'te onpas' bedoel ik dat ze vaak in dezelfde zin worden geschreven of genoemd. Toch hebben ze alle drie dezelfde betekenis en zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden: een gevoel van bij elkaar horen en iets voor elkaar betekenen.

In deze tijd wordt van ons veel gevraagd en gevergd. Ik heb een aantal crisissen meegemaakt, maar deze is toch wel van ongekende omvang. Mogen we de deskundigen geloven, dan volgt er nog een recessie – het wordt er eentje in financieel economisch opzicht. Uitzicht is er amper en overzicht evenmin. Dit alles moeten we zien te overleven en tot de ontdekking komen dat gezondheid het beste is wat ons in het leven overkomt. Toch is het zaak een stip op een datum te zetten dat het allemaal wat beter wordt en er licht aan de horizon begint te gloren. Positiviteit hoort daarbij, steevast.

Niettemin ligt de eenzaamheid op de loer, kijkt om een hoekje en als er een kans is, ja dan… dan glipt de eenzaamheid naar binnen. Oppassen dus.

Ik probeer iets te doen aan de betekenis van de drie genoemde woorden: bel een kweker en geef ter ondersteuning, een hart onder de riem, een groot aantal bossen bloemen weg, nog voordat hij ze moet doordraaien. De ontvangers zijn blij. De bloemist trouwens ook.

Verder breng ik, als ik alleen op straat loop, een raambezoek bij de wat oudere medemens. Gelukkig wonen zij op de begane grond. We voeren een vrij hard gesprek – het raam zit er tussen en bij sommigen moet er sowieso al wat hard gesproken worden, voor de verstaanbaarheid. We praten bij, veelal over de toestand in de wereld. Maar ook luchtige gesprekken komen voorbij. Gelukkig schijnt de zon en is buiten voor een raam staan geen straf. Ik neem mij voor gedurende dit virussyndroom mijn raambezoeken voort te zetten.