De Purmer hoort er gewoon bij.
De Purmer hoort er gewoon bij. (Foto: Nick Ruiter)

Omgevingsverordening moet duidelijker

WATERLAND - De Stichting Behoud Waterland (SBW) is kritisch positief over de nieuwe Omgevingsverordening die de provincie in de maak heeft. Dat blijkt uit de zienswijze die de SBW, mede namens veertien organisaties, vandaag heeft ingediend. ‘Voor het behoud en versterken van bijzondere landschappen en natuurgebieden is meer duidelijkheid nodig.’

De provincie Noord-Holland heeft vorig jaar haar Omgevingsvisie N2050 vastgesteld om richting te geven aan ontwikkelingen en te anticiperen op de Omgevingswet, die naar verwachting in 2021 van kracht wordt. Zij wil dat er een integrale Omgevingsverordening komt, waarin de bescherming van natuur, landschap en cultuurhistorie wordt vereenvoudigd. Die visie is nu vertaald in de regels van de ontwerp-Omgevingsverordening. Deze Omgevingsverordening zal onder meer de huidige Provinciale Ruimtelijke Verordening vervangen.

Tot 22 mei kunnen burgers en organisaties zienswijzen indienen op het ontwerp. De SBW heeft een zienswijze ingediend mede namens veertien andere organisaties, waaronder vele dorpsraden. Het provinciale parlement, Provinciale Staten, zal de Omgevingsverordening naar verwachting na de zomer vaststellen.

Oostelijke Purmer

De Omgevingsverordening onderscheidt twee soorten landelijk gebied: beschermd en niet-beschermd landelijk gebied. Binnen het beschermde landelijk gebied maakt zij weer onderscheid in drie gebieden: 1) het Natuurnetwerk Nederland (NNN) en de ecologische verbindingen, 2) de cultuurhistorische erfgoederen en 3) bijzonder provinciaal landschap (BPL).

De regio Waterland, het werkgebied van de SBW, valt geheel onder beschermd landelijk gebied. Daar is de SBW blij mee. Zonder opgaaf van redenen wordt echter het landelijk gebied van de oostelijke Purmer daarvan uitgezonderd. De SBW pleit ervoor de Purmer te benoemen als BPL. In de regio Waterland is de afwisseling tussen droogmakerijen en veenweiden kenmerkend. ‘De Purmer hoort er gewoon bij, net als bijvoorbeeld Wijdewormer, Monnickenmeer en Noordmeer.’

Agrarische bedrijven

De tekst van de Omgevingsverordening over het beschermde landelijk gebied behoeft nog wel aanscherpingen en verduidelijkingen. Anders blijft het een tekst van mooie woorden, maar is de bescherming van de kernkwaliteiten van het BPL en het NNN niet juridisch gegarandeerd en kunnen er ongewenste activiteiten en verstedelijking plaatsvinden.

De SBW en de andere ondertekenende organisaties stellen preciezere formuleringen voor om kleinschalige verstedelijking en woningbouw onmogelijk te maken. Ook willen zij de omvang van agrarische bedrijven maximeren op 1,5 hectare bouwvlak in deze beschermde gebieden, in plaats van de 2 hectare. De uitzonderingsregel dat uitbreiding van agrarische bedrijven níet getoetst hoeft te worden aan de kwaliteiten van het beschermde gebied, moet worden geschrapt. ‘Er is geen enkele goede reden om vergroting van agrarische gebouwen uit te zonderen van deze toets.’

Weidevogelkerngebieden

In de ontwerp-Omgevingsverordening is de bescherming van weidevogelkerngebieden onvoldoende geregeld. Allerlei activiteiten en ontwikkelingen die leiden tot verkleining of achteruitgang van de kwaliteit van de weidevogelkerngebieden, tot verstoring of tot verlaging van het waterpeil blijven mogelijk. Dat is ongewenst. Dat kan veranderd worden door de regels voor de beschermde gebieden aan te scherpen of door de instelling van een vierde beschermingsregime, namelijk het ‘bijzonder provinciaal natuurgebied’.

Weidevogels, zoals deze scholeksters, moeten beter beschermd worden.