De proef op de som

Binnenkort zijn de coronamaatregelen weer iets soepeler. Op zichzelf natuurlijk iets waar je blij van wordt. Maar o wee. Zal de versoepeling ook soepel verlopen? Ik waag het te betwijfelen. Vorig weekend bezocht ik een Waddeneiland. Heerlijk, en zo op het eerste gezicht namen de mensen op het eiland de 1,5 meter afstand keurig in acht. Bovendien waait het op zo’n eiland bijna altijd en dus is de kans op besmetting relatief gering. Op zondagmiddag zou ik met de boot van 1 uur terug varen naar het vasteland. De bus die langs campings, bungalowparken en hotels rijdt, kwam keurig op tijd. Er stapten zo veel mensen in, dat al bij de 1e halte de chauffeur moest besluiten dat er niemand meer bij kon. Het voorschrift luidt immers dat slechts 40% van de buscapaciteit benut mag worden. Halsoverkop moest een 2e bus worden ingezet. Eenmaal bij de boot bleek het aantal passagiers de beschikbare bootcapaciteit (ook 40%) ruim te boven te gaan. Gevolg: een uur wachten op de volgende boot. Gemor, ongeduld, begrip en angst voor het virus vochten om voorrang. Toen de wachtenden eindelijk de boot op mochten was iedereen de 1,5 meter maatregel vergeten. Het was gewoon ouderwets dringen.

Hoe gaat dat volgende week? Ik zie de massa bus- en treinreizigers al staan. En ook zie ik de conducteurs, chauffeurs en perronchefs die dat alles in goede banen moeten leiden. Draagt iedereen een mondkapje en begrijpen de reizigers dat ‘slechts’ 40% van de zitplaatsen gebruikt mag worden? Een mission impossible.


We hebben begrip, we weten welke risico’s het virus met zich brengt, maar als we ergens naar toe moeten en op het openbaar vervoer zijn aangewezen …. zijn we dan ook nog zo begripvol? We gaan het meemaken. Ondertussen benijd ik ze niet, de chauffeurs, conducteurs en perronchefs. De nieuwe frontsoldaten.