De resten van de bunker werden in 1990 afgebroken.
De resten van de bunker werden in 1990 afgebroken. (Foto: Aangeleverd)

De koe in de bunker

In de oorlogsjaren probeerde ieder gezin aan voedsel te komen. Zo had het tuindersgezin van Pieter Vriend uit het Westeinde in Enkhuizen, van familie op Andijk een koe voor de melk te leen.

De eigenaar had weiland genoeg, maar geen stalruimte. Voor de winter werd dus een oplossing gezocht. In ruil voor de verzorging en huisvesting van het dier in de winter mocht de familie Vriend de melk hebben. Begin mei bracht de zoon van de tuinder, samen met een jongen, de koe naar Andijk terug. Ze waren bekend met het gegeven dat koeien die zolang op stal gestaan hadden soms bokkensprongen maken als ze voor het eerst weer buiten komen.

Buiten de stad aangekomen, keek de koe met begerige ogen naar dat malse gras op de dijk. Plotseling rukte ze zich los en ging de dijk op. De mannen erachteraan. Opeens zagen ze het hele dier zo in de dijk wegzakken.

Gat in de grond

Toen ze op de bewuste plek aankwamen waren ze zeer verbaasd. Er was een gat in de grond en de koe zagen ze niet. Ze merkten dat er een soort mat van kunstgras lag, die (weer) helemaal vlak was getrokken.

De koe moest dus daaronder terecht zijn gekomen.

Commando

Wat was het geval? In de bocht van de dijk, bij de vuilnisstortplaats de Put net buiten de bebouwing tegenover de koekfabriek, hadden de Duitsers een bunker gebouwd. Daarnaast hadden ze loopgraven gemaakt die met matten waren afgedekt. Onder de mat werd geschreeuwd en gecommandeerd. Dit was een ramp! Want de koe namen ze misschien wel in beslag. Er kwam een soldaat met geweer in de aanslag uit de bunker. De twee mannen moesten mee naar binnen.

Tussen de poten

De mannen werd te verstaan gegeven dat de koe daar weg moest. Makkelijker gezegd dan gedaan. Ze stond met haar kop naar het einde van de loopgraaf toe en paste met haar buik precies tussen de zijwanden. De jongen kroop tussen de poten van het beest. Zo wist hij voor haar te komen. Hij tikte op de neus en duwde haar achteruit. Door de gang konden ze nu naar buiten.
Terwijl ze weer in de zon langs de dijk liepen, hervonden ze hun kalmte. En de koe? Die liep nu weer gewillig mee.




Seger de Vries (bewerking S. Duys)
Archiefcollectief Vereniging Oud Enkhuizen