Afbeelding
(Foto: Jelger Herder)

Spiering

In een serie van tien maakt u kennis met de planten en dieren van het IJsselmeer. Vandaag de spiering.


ruikt naar komkommer en wordt daarom ook wel het kommervisje genoemd. De vis kan zowel in zoet als in zout water leven en wordt, opvallend genoeg, in zout water veel groter (tot 30 cm) dan in zoet water zoals dat van het IJsselmeer waar ze niet meer dan 14 cm wordt.


Als het paaitijd is trekken de spieringen de rivieren op. De vissen in het zoute water moeten hiervoor eerst hun lijf op de overgang voorbereiden en blijven daarom een poosje op de grens van zout en zoet hangen. Elk vrouwtje legt 8000-50.000 eitjes in het water (bij vissen spreek je overigens niet van ‘eieren leggen’, maar van ‘eieren afzetten’) en ook het mannetje laat zijn zaad vrij.


Ei en zaad vinden elkaar vanzelf. Jonge spierinkjes eten plankton. Volwassen dieren zijn meer vleeseters en consumeren onder meer wormen. Maar ook soortgenoten gaan er prima in. Grotere spieringen (meer dan 10 cm) eten zelfs vrijwel alleen soortgenoten.


Een spiering zie je zelden alleen. Het is een echte scholenvis. Vissers hebben het dus makkelijk. Door de overmatige commerciële visvangst in het verleden daalde ook het aantal visdiefjes enorm. Deze vogel is namelijk voor een groot deel van spiering afhankelijk. Sinds de verbod op spieringvisserij gaat het de visdief veel beter!

De wonderlijke onderwaterwereld van het IJsselmeer


Denkend aan het IJsselmeer zie je weidse landschappen, glinsterend water en luchten vol vogels. Van de fascinerende wereld ónder water is vrijwel niemand zich bewust. En dat is raar. Want al die tienduizenden vogels op en boven het IJsselmeer zouden er zonder dat onderwaterleven niet zijn. Vogels eten immers vissen en mosselen. De mosselen en vissen moeten zelf ook eten. Een prachtig systeem van eten en gegeten worden. Het begint allemaal bij de algen, piepkleine, in het water zwevende groene plantjes. Mosselen zuigen het water met daarin de algen op, filteren de algen eruit en spugen het schone water weer uit.

Sommige vogels en vissen eten de mosselen. De vissen zetten eitjes af tussen de waterplanten. De eitjes en de jonge visjes zijn daardoor veilig voor ‘rovers’ zoals volwassen vissen en amfibieën. Om groter te groeien hebben de jonge vissen onder meer waterinsecten en piepkleine kreeftachtige zoals de vlokreeft nodig.

En zo is die onderwaterwereld één groot feest van eten en gegeten worden.