Het bestuur van Stichting Ouderen Netwerk West-Friesland: Wim Schuijlenburg (l), Evelyn Mulder en Willem Bakker.
Het bestuur van Stichting Ouderen Netwerk West-Friesland: Wim Schuijlenburg (l), Evelyn Mulder en Willem Bakker. (Foto:Theo Annes)

Ingezonden brief

Voorzitter van Ouderen Netwerk West-Friesland, Willem Bakker, kreeg eind augustus een bericht onder ogen dat meer dan de helft van de Noord-Hollandse Stolpboerderijen al verloren is gegaan. Nu de bejaardenhuizen zijn weggevallen, wat natuurlijk een verkeerde keuze is geweest, heeft onze stichting zich de afgelopen tijd mede hard gemaakt voor nieuwe woonvormen.

Zowel bij de commissie Wouter Bos als bij de Denkkamers van Actiz hebben leden van de stichting deelgenomen om drie nieuwe woonvormen te bespreken. Beide partijen volgen deze nieuwe woonvormen. Zij willen op de hoogte blijven hoe gemeenten waar de stichting mee in gesprek is hiermee omgaan en waar men zoal tegenaan loopt.

Twee leden van de stichting hadden donderdag 20 augustus een gesprek met de twee nieuwe wethouders uit Opmeer. Tijdens ons gesprek met wethouders Herman ter Veen en Rabbela Wiersma de Faria hebben wij het over het probleem gehad dat onze mooie stolpboerderijen in West-Friesland hand over hand in verval raken.

Eén van onze nieuwe woonvorm-ideeën is om vier verschillende ouderen, alleenstaanden en/of echtparen, in een stolpboerderij te laten wonen. Dit houdt dan in dat gemeenten toestemming moeten geven voor deze nieuwe woonvorm en het stukje agrarische bestemming van de stolpboerderij af moeten halen.

De vele voordelen die dit met zich meebrengen is dat onze mooie stolpen behoed blijven voor verval, plus vereenzaming wordt voorkomen wanneer een paar ouderen bij elkaar wonen. Ook voor de wijkverpleging scheelt het kilometers rijden, omdat men nu op één plek verschillende ouderen kan bezoeken, wat weer CO2 uitstoot bespaart. En tenslotte is er minder wijkverpleging nodig, mensen die we nu toch al aan alle kanten te kort komen en zeker op het platteland.


Beide wethouders hadden hier wel oren naar, maar kwamen meteen met de opmerking dat er dan wel veel moest veranderen, wat dan weer veel tijd kost. Met andere woorden: hebben ouderen vanaf 85 jaar in West-Friesland dus dikke pech om voor dit soort woonvormen in aanmerking te komen. Hierop heb ik aangegeven dat het wel een beetje raar is dat, als een grote organisatie als Actiz en een commissie zoals die van Wouter Bos aantonen dat er gebouwd moet worden, het zeker tien jaar duurt voordat überhaupt zo’n nieuwe woonvorm van de grond komt. Na het wegvallen van de bejaardenhuizen is een schrijnend tekort ontstaan aan nieuwe woonvormen voor ouderen waar zij veilig en waardig kunnen wonen tot aan hun dood. Dit idee omtrent een nieuwe woonvorm is juist ontstaan door naar ouderen te luisteren in plaats van zelf het wiel proberen uit te vinden, zonder ouderen erbij te betrekken.

Wij kregen een mooi advies mee die voor ons erg waardevol is. Als we over nieuwe woonvormen nadenken, dan gaat het om maximaal tien wooneenheden, anders mag een gemeente er niet over beslissen en wordt de provincie erbij betrokken, wat weer veel tijd kost. Dit verklaart waarom kleinschalige woonvormen voor dementerende ouderen als paddenstoelen uit de grond rijzen. Maar de gewone oudere, die geboren en getogen is op het platteland, moet aan het einde van zijn rit naar een grote stad of plaats verhuizen waar men niemand kent. De vereenzaming ligt dan op de loer, wat dan ook grootschalig gebeurt.

Maar als gemeenten een bestemmingsplan willen wijzigen (in een korte tijd, niet in tien jaar) worden ouderen behoed voor dit soort narigheid en wordt hen een mensonwaardig bestaan bespaard. Zo blijven onze mooie stolpboerderijen gewaarborgd in het mooie landschap van heel Noord-Holland en specifiek in West-Friesland en draagt het tevens bij aan de uitvoering van het Pact van West-Friesland.


Willem Bakker, voorzitter Stichting Ouderennetwerk West-Friesland: ouderennetwerkwf@gmail.com.