Atalanta wint tuinvlindertelling in Noord-Holland
REGIO - De balans is opgemaakt van de tuinvlindertelling. Deze vond plaats van 4 tot en met 26 juli in heel Nederland. Iedereen kon zich aanmelden om vlinders te tellen. De vlinder die het vaakst is gespot is de Atalanta. Dat geldt ook voor Noord-Holland.
Aatalanta, dagpauwoog en kleine vos koplopers
In 83 procent van alle tuinen waarin werd geteld, is de Atalanta waargenomen. Dit is geen nieuws, want deze vlinder is de afgelopen jaren het vaakst in Nederland geteld. De Atalanta wordt ook wel admiraalvlinder of nummervlinder genoemd. Volgens de website van tuinvlindertelling, werden er In Noord-Holland meer dan 2000 tellingen gedaan in 575 tuinen.
Resultaten 2020
Totaal aantal vlinders: 120.544. Aantal vlindersoorten: 151. Totaal aantal tuinen: 4.700. Totaal aantal tellingen: 13.998. Gemiddeld aantal vlindersoorten per telling: 3,8.
Atalanta: 31.959. Dagpauwoog: 20.830. Klein koolwitje: 14.758. Groot koolwitje: 10.105. Citroenvlinder: 6.344. Boomblauwtje: 5.598. Klein geaderd witje: 3.852. Bont zandoogje: 3.492. Bruin zandoogje: 3.262. Gehakkelde aurelia: 2.904
Veel vlinders in noorden
Opvallend is dat in de noordelijke provincies veel meer vlinders werden geteld dan onder de rivieren. Van alle atalanta’s die geteld werden, werd maar liefst 79 procent boven de rivieren waargenomen. En voor de dagpauwoog was dat effect nog sterker: 84 procent van het totaal werd in Noord- en midden-Nederland gezien. “Vlinders hebben nog steeds last van de droogte van de afgelopen jaren”, vertelt een woordvoerder. In de noordelijke provincies is het een beetje koeler en viel net iets meer regen. En ondanks dat deze zomer niet zo heet is, merken we nog steeds het effect van de afgelopen twee jaar”, aldus de Vlinderstichting. Ook in Noord-Holland was dit het geval: de atalanta, de dagpauwoog en de kleine vos werden hier veel meer gezien dan in midden - en Zuid-Nederland. De koninginnepage werd maar weinig gezien in Noord-Holland; deze vlinder zagen de tellers vooral in het zuiden en oosten van Nederland.
Runner up: dagpauwoog
De dagpauwoog werd landelijk tweede. Ook ten opzichte van 2019 deed deze vlinder het goed: vorig jaar werd hij nog slechts in 51% van de tuinen waargenomen, dit jaar in 70%. Waarschijnlijk komt dat door de temperatuur. Vorig jaar was het erg heet en dan houden dagpauwogen zich schuil.
Is 2020 een goed vlinderjaar?
Dit jaar werden er meer vlinders geteld in 2018 en 2019. Veel deelnemers hoopten dan ook op een goed vlinderjaar. “In vergelijking met de twee voorgaande jaren klopt dat ook”, zegt de Vlinderstichting. “Maar als we wat langer teruggaan en vergelijken met de periode 2009-2017, zien we helaas een daling. Vlinders gaan langzaam maar zeker achteruit. De lichte opleving van dit jaar is dan ook geen reden tot optimisme.”
De Vlinderstichting roept iedereen dan ook op om in de tuin iets te doen voor vlinders. Plant nectarplanten voor vlinders en voedselplanten voor rupsen. Alleen dan kunnen we zorgen de daling een halt wordt toegeroepen.
