Afbeelding
(Foto: Ed Bausch)

Vervolg van de voorpagina


En toch denk je, hoop je....Terugdenkend vinden we nu wel dat we beter nog wat eerder hadden moeten stoppen. Want ons dierbare personeel betaalden we soms niet eens meer uit de omzet.”

Prognoses en smalle marges

De redactie van Rodi spreekt het echtpaar ruim een naar na de sluiting van de drogisterij. Een jaar waarin emoties soms hoog opliepen. Een jaar waarin twijfel, verlangen naar even rust en de noodzaak om meteen verder te moeten gaan beurtelings de boventoon voerden in het gezin met opgroeiende dochters. “We zijn nog steeds aan het afbetalen, maar we hebben allemaal werk. Pas sinds kort voelen we ook weer rust en weten we dat we er bovenop komen. Een vangnet voor het noodgedwongen stoppen van een zaak is er meestal niet.” De 57-jarige Erwin is een ras-Egmonder. In zijn tijd in Zaanstad kwam hij de tien jaar jongere Marja tegen. “En toen trok toch de kust weer, een huis met een tuin voor de kinderen.” Erwin was toen nog technisch tekenaar. In 2006 zetten ze samen de stap om de drogisterij over te nemen. “Alle prognoses waren heel positief. In 2010 maakten we een omzet zoals het bedrijf nog nooit had gemaakt. Overigens zijn de marges in de drogisterijwereld heel smal.”

Emoties en doorzetten

De naweeën van de bankencrisis van 2008 deden zich eigenlijk pas later voelen, met ook een veranderend koopgedrag en andere vastgoedontwikkelingen. Na de sluiting van de zaak kon Marja al snel aan de slag in hotel Zuiderduin, waar ze zich nu vijf dagen per week met veel plezier inzet voor de meest uiteenlopende werkzaamheden. “Een fijne werkgever, die ons allemaal doorbetaalde tijdens de coronasluiting.” Erwin dacht eerst nog andere dingen te gaan doen in de 225 m2 grote zaak. “Het ging op zich best goed met verkoop van spullen uit leeggehaalde garages. Piano’s, bankstellen, wat al niet sleepte ik er in en er uit. Tot ik op een dag dacht: waar ben ik mee bezig? Dat dachten anderen ook en die hebben me eigenlijk gestopt. Er volgde een heel moeilijke periode voor mij. We moesten het pand gedwongen verkopen en dat kost geld. Veel contracten liepen nog door. Toen kon ik in het vroege voorjaar als gastheer beginnen in hotel De Vassy, eigenlijk perfect voor me. Maar ook dat hotel moest al snel tijdelijk dicht. En toen ben ik als zzp-er schoonmaker geworden in de appartementencomplexen van de Alkmaarse Mare. Daar maak je wat mee, hoor. Dan denk ik weleens dat wat ons is overkomen nog meevalt.”

Kracht van gemeenschap

Maar dan komt de betekenis van de gemeenschap van Egmond aan Zee bovendrijven. “De achterbuurman van onze vroegere zaak zag me lopen en zei dat ‘ie wel wat voor me kon doen, wel even werk had voor me. Dus nu maak ik drie dagen per week schoon en ben ik twee dagen per week weer in mijn oude beroep: technisch tekenaar voor het bureau van de voormalige buurman van onze zaak in Egmond aan Zee, en het gaat heel goed.” Het verhaal van Erwin en Marja Palsma is het verhaal van gewone mensen in een gewoon dorp, die voor het oog van iedereen even door het ijs zakten en toch de blik hielden op de toekomst en elkaar steunden in hun manieren van doorpakken. Dankbaar zijn ze voor alle aandacht van vroegere klanten in hun geliefde Egmond aan Zee en Egmond aan den Hoef. “En ’s avonds raken we niet uitgepraat over wat we op een dag allemaal hebben beleefd, op verschillende plaatsen.”