Afbeelding
(Foto: Ruïnekerk, fotobewerking RM/BA. Archief: Rodi Media)

Zacht zijn voor elkaar

Al weken moet ik met regelmaat denken aan een schitterend gedicht uit 1920 van ons aller dichtkunstenaar van weleer, Adriaan Roland Holst. Het zou immers Kunst10daagse zijn in Bergen. Eén die we ons lang zullen heugen…

Het eerste couplet begint met de woorden: “Laten we zacht zijn voor elkander, kind-“. En dat is nu precies de zin die ik vaak in mezelf herhaal: Laten we zacht zijn voor elkaar. Want juist nu we met zijn allen een najaar en winter ingaan met Coronamaatregelen.2 ben ik de onvrede, boze woorden en negativiteit zat en zou ik liever vanaf nu zachtheid willen. Want zachtheid werkt helend in tegenstelling tot boosheid en onvrede. We zitten nu eenmaal in hetzelfde coronaschuitje en het is écht gebleken, dat je schikken in dit lot en doen wat gevraagd wordt, uiteindelijk het beste werkt. Laten we dáár voor gaan: volwassen, saamhorig, vriendelijk, geduldig en vooral positief.

Lees, hoe toepasselijk deze 100 jaar oude tekst van kort na de Eerste Wereldoorlog is, toen neutraal Nederland vele vluchtelingen asiel had geboden. Dat is beslist moeilijk geweest. Daarnaast keerden de soldaten terug, die overal verwelkomd werden. Door deze wereldwijde massabijeenkomsten verspreidde zich óók gemakkelijk een dodelijk virus: de Spaanse Griep. Een wereldwijde pandemie, die in 1920 net achter de rug was. Een gedeelte van dit gedicht geef ik niet in strofen weer, maar aaneengeschreven omwille van de paginaruimte:

“[…] Wij zijn maar als de blaren in de wind / ritselend langs de zoom van oude wouden, en alles is onzeker, en hoe zouden / wij weten wat alleen de wind weet, kind - En laten wij omdat wij eenzaam zijn / nu onze hoofden bij elkander neigen, en wijl wij same' in 't oude waaien zwijgen / binnen een laatste droom gemeenzaam zijn. Veel liefde ging verloren in de wind, en wat de wind wil, zullen wij nooit weten; en daarom - voor we elkander weer vergeten - laten wij zacht zijn voor elkander, kind.” Einde citaat.

Laten we ook eerlijk zijn: besmetting ligt níet aan de regels die de regering adviseert, noch aan de politici, maar aan het gebrek aan iets zeer belangrijks, dat velen zijn vergeten: Discipline. De discipline te dóen wat redelijkerwijs door professionals uit de gezondheidszorg na studie en ervaring is voorgeschreven. Omdat gebleken is dat dit het beste werkt als men dicht op elkaar leeft, zoals wij doen. En ben je dan toch geconfronteerd met een besmette persoon, kom daar dan eveneens eerlijk voor uit om grotere “brandhaarden” te voorkomen. Het is níet de schuld van corona of de regering, dat diverse kroegen en feestlocaties dicht moeten. Wanneer wíj de regels naleven, kan alles openblijven. Met minder gasten dan voorheen vanwege de anderhalve-meter-afstand die we veiligheidshalve dienen te bewaren. Nou én…?

Zie en begrijp, dat we een eeuw na het verschijnen van dit gedicht uitermate verwend en exceptioneel rijk zijn, zodat velen blijkbaar vrijelijk geld kunnen uitgeven aan allerlei vormen van entertainment, evenementen, Kant&Klaar eten en alcoholische dranken. In arme landen heeft men het véél slechter en zelfs honger!

Wat mooi, dat we nu weer gedwongen worden onze eigen creativiteit aan te boren om iets leuks te verzinnen voor onszelf. Spelletjes doen, thuis een filmpje kijken, liefst als gezin. Laten we denken aan kwetsbare mensen, alle zorgmedewerkers en hun gezinnen, kortom: aan elkaar. Met aandacht en een lach, de beste medicijn. Daar bloeien we toch allemaal van op?


Laten we zacht zijn voor elkaar!


Giselle Ecury