Rie bij het schilderij met de Zaan.
Rie bij het schilderij met de Zaan. (Foto: Ed Bausch)

Rie Glim stopt op haar 92e als vrijwilliger bij het Trefpunt

HEILOO - Op haar balkonnetje, recht tegenover het winkelcentrum bij het station, pakt ze de zonnestralen van een mooie novembermiddag. En zelf is ze ook een zonnetje, zo staat ze in het leven. “Door de pauze, die corona in maart bracht, stop ik nu wat eerder dan voorzien met koffie rondbrengen in het Trefpunt. Ik heb het heel plichtsgetrouw en met heel veel plezier ruim 23 jaar gedaan. En ik was altijd bereid om in te vallen voor iemand anders, als dat nodig was.”

'Als je niks mankeert kun je veel'

Door Ed Bausch

Haar afscheid was onlangs in kleine kring, alleen met de leiding van de welzijnsorganisatie. "Doe mij maar een lekker stuk chocola in plaats van een bloemetje", had ze gezegd. Die chocola ging er diezelfde avond nog aan. "Dat was mijn bonus", zegt ze met sterretjes in haar ogen.

Zaankanter

Rie zag als Maria Elisabeth de Koning in 1928 in Assendelft het levenslicht. Nog altijd heeft ze iets van de directe manier van praten van een Zaankanter. "Ik ben nogal uiterig, soms wat recht voor z’n raap."

Spoorlaan

Aan de muur in de zonnige woonkamer hangt een schilderij van een beeld aan de Zaan. "Dat schilderij is tachtig jaar oud, mijn moeder kocht het toen voor één gulden." Dat is dan ook het enige dat herinnert aan haar geboortestreek. Ze is gewoon trouw gebleven aan Heiloo, sinds ze met haar man in 1958 naar het dorp kwam. Ze was net getrouwd met haar Uitgeester. "Iemand tipte ons dat er een klein huis met 500 vierkante meter grond te koop was aan de Spoorlaan, tegenover het bos. Daar hebben we met konijnen, kippen, bokjes, biggetjes en honden gewoond tot het overlijden van mijn man in 2006. Toen vond ik het bos in mijn eentje opeens wat eng en kon ik dit appartement kopen. Het hele Stationsgebied heb ik hier zien bouwen, eerst begonnen de weilanden al een stukje voorbij het spoor."

Broers

Ze komt uit een gezin van zes kinderen, een broer voor haar (die is 94) en na een tijdje nog vier broers achter haar aan. "Dat is best fijn, jongere broers." Ze vond het vooral zo gezellig in het Trefpunt, met een woordje voor iedereen van de clubs op haar vaste dinsdagmiddag. "Je leerde ook veel van elkaar en als ik eens boos was bewaarde ik dat voor thuis."

Geen fiets

Soms denkt ze wel eens dat de wereld wat ruwer is geworden. "Vroeger deed je wat er werd gezegd, zo was het gewoon", vertelt ze. “Nu krijg je gauw ‘bekijk het effe’ te horen." Vroeger was het zo dat een dochter als vanzelfsprekend naar de huishoudschool zou gaan. "Maar dat kwam er in de oorlog niet van, ik had ook geen fiets om mee naar Zaandam te gaan en moest zorgen voor mijn jongere broers. En ik moest ook nog een achtste jaar naar de lagere school, om Duits te leren. Het was 1943. En daarna werden de vier jongere broers geboren."

Breien voor Rode Kruis

In Heiloo volgde ze een opleiding tot coupeuse en zo maakte ze tot haar pensioen voor velen de kleding, gewoon aan huis. Nu haalt ze nog de wol bij de opslag bij de sporthal en breidt dan van alles voor het Rode Kruis. Rie is gewoon heel fit. Al die jaren deed ze veel aan sport, draven met de dameshardloopclub van Trias. Maar ja, velen zijn nu in hun tachtiger jaren. En ze was vaste zwemster in het Baafje. Nu loopt ze iedere dag een flink uur door het dorp en maakt fietstochtjes. "De middagen zijn voor thuis. Ik vind de corona heel sneu voor de mensen die het krijgen, maar eigenlijk kan ik alle kanten uit bewegen, in de winkels doe ik een mondkapje op en ook op zondag in de Willibrorduskerk." Als het Trefpunt weer open gaat zal ze wel gaan deelnemen aan de handwerkclub, denkt ze. En dan zal iemand anders haar koffie komen brengen. "Voor hetzelfde geld zou dat inderdaad nu nog andersom kunnen zijn. Maar goed, het was een prachtige tijd."