Afbeelding
(Foto: Jelger Herder)

Doorgroeid fonteinkruid

In een serie van tien maakt u kennis met de planten en dieren van het IJsselmeer. Vandaag: doorgroeid fonteinkruid.

De onderwaterplant doorgroeid fonteinkruid ‘kijkt niet op een metertje meer of meer’. De plant kan wel vijf meter lang worden. Stevig verankerd dankzij een sterk vertakt wortelstelsel in de bodem van het water groeit de plant naar het licht toe. Ook de bladeren zitten onderwater. Als je goed kijkt zie je dat het lijkt alsof de stengel door het blad heen groeit.


Zoals alle groene planten heeft ook doorgroeid fonteinkruid (een van de vele soorten fonteinkruiden), licht nodig om te kunnen groeien. Mosselen en andere algen-eters helpen dus het fonteinkruid. Doordat ze ervoor zorgen dat de hoeveelheid algen minder wordt, wordt het water immers helderder.


In goed helder water kan het doorgroeid fonteinkruid zó massaal voorkomen dat plezierboten er last van hebben. De planten komen in de schroef terecht. Dat is echter maar op een paar plaatsen echt een groot probleem. Rigoureus overal bestrijden is echt onnodig en schadelijk. Zoals elke plant en dier vervullen ook fonteinkruiden een functie. Zo biedt fonteinkruid onderdak aan de larven van de duikermot, een klein wit motje dat zomers massaal uit het kruid komt en mooie witte wolken vormt. En kleine zwanen, vogels die in vlinder die in het hoge noorden broeden, eten de eiwitrijke ondergrondse knolletjes van de plant.

De wonderlijke onderwaterwereld van het IJsselmeer

Denkend aan het IJsselmeer zie je weidse landschappen, glinsterend water en luchten vol vogels. Van de fascinerende wereld ónder water is vrijwel niemand zich bewust. En dat is raar. Want al die tienduizenden vogels op en boven het IJsselmeer zouden er zonder dat onderwaterleven niet zijn. Vogels eten immers vissen en mosselen. De mosselen en vissen moeten zelf ook eten. Een prachtig systeem van eten en gegeten worden. Het begint allemaal bij de algen, piepkleine, in het water zwevende groene plantjes. Mosselen zuigen het water met daarin de algen op, filteren de algen eruit en spugen het schone water weer uit.

Sommige vogels en vissen eten de mosselen. De vissen zetten eitjes af tussen de waterplanten. De eitjes en de jonge visjes zijn daardoor veilig voor ‘rovers’ zoals volwassen vissen en amfibieën. Om groter te groeien hebben de jonge vissen onder meer waterinsecten en piepkleine kreeftachtige zoals de vlokreeft nodig.

En zo is die onderwaterwereld één groot feest van eten en gegeten worden.