Karel de Eenzame (2)

"Eerst wilde hij daar niets van weten, maar toen ik maar door bleef zeuren, gaf hij zich gewonnen. Als u wilt mag u bij hem langskomen, maar hij zei erbij dat hij nog niet wist of hij aan u zijn levensverhaal zou kunnen of willen vertellen. Oom Simon, u zou mij een heel groot plezier doen door naar Karel te gaan. Ik weet zeker dat als u zijn vertrouwen weet te winnen, hij u zoveel zou kunnen vertellen dat u er wel de hele krant mee kan vullen."

Door Arie Bax

Wel een beetje verbaasd over hetgeen het straatschoffie Japie met zoveel gevoel had verteld, beloofde Simon hem dat hij bij Karel langs zou gaan. Toen Japie kort daarna was weggelopen, haal Simon zijn opschrijfboekje uit zijn zak en schreef daarin in telegramstijl hetgeen Japie hem had verteld en nam zich voor dat als Karel hem over zijn leven zou willen vertellen, hij eenzaamheid als intro voor het verhaal zou gaan gebruiken. Na een paar dagen trok Simon de stoute schoenen aan en stapte hij het antiekwinkeltje van Karel Zwart binnen. De ontvangst was niet erg bemoedigend, want Karel vroeg hem grauwend en snauwend wat hij kwam doen. "Meneer Zwart, mijn naam is Simon en ik schrijf stukjes over het leven van alledag in de krant. Ik kom bij u omdat uw jonge vriend Japie dat mij gevraagd heeft. U heeft hem daar toestemming voor gegeven. Ik weet uit ervaring dat het soms heel moeilijk is om over het leven te vertellen, maar als u dat kan, dan wil ik graag naar u luisteren. Volgens Japie heeft u in uw leven zoveel rottigheid meegemaakt dat er wel een hele krant mee gevuld kan worden." Toen Simon de naam van Japie noemde, zag hij de hardheid op het gezicht van Karel Zwart verdwijnen. Er kwam iets zachtmoedigs voor in de plaats. "Zo, jij bent de schrijver waarover Japie met mij heeft gesproken. Als Japie van mening is dat jij een toffe gozer bent, dan moet dat wel zo zijn want die kwajongen heeft een hart van goud. Kom maar mee naar mijn kamer hier achter de winkel, maar ik waarschuw je op voorhand dat ik geen gemakkelijke gesprekspartner zal zijn. Door wat ik in mijn leven heb meegemaakt, is mij het praten met mensen een beetje vergaan. Ik heb een hekel aan het leven en de meeste hekel heb ik aan mijzelf." Simon volgde Karel via een smal gangetje waar de troep bijna tot aan het plafond lag opgestapeld, naar een donkere kamer achter de winkel.

Lees volgende week verder