Fietstas

Vanwege een plotselinge regenbui was ik een winkel voor huishoudelijke artikelen ingevlucht. ‘Houd de dief!’, schalde het plotseling langs de schuursponsjes, strijkplanken en waxinelichtjes. Een kleine vrouw wees met een trillende vinger in de richting van de kassa. Daar stond een man van een jaar of zestig. In zijn handen hield hij een afwasborstel en een plastic teiltje. Hij zag eruit alsof hij uit pure goedheid alle kopjes, borden en glazen in de winkel blinkend schoon wilde poetsen. Dit moest de veronderstelde dief zijn.


De vrouw kwam voorzichtig op hem af. Het gestolen object bleek de fietstas te zijn die naast de man op de grond stond. Het was een grijze tas met een blauwe bies.


‘Dat is mijn tas,’ zei de vrouw zacht, maar toch duidelijk met de nadruk op het woord mijn. De man keek verbaasd naar de tas, zoals je naar een kind kijkt als je erachter komt dat het een snoepje uit de trommel heeft gestolen, terwijl je dacht dat hij de eerlijkheid zelve was.

'Uit pure nieuwsgierigheid bleef ik tussen de gebaksschoteltjes en de koffiekopjes staan'

Nieuwsgierig

Nou weet ik niet wat u in zo’n situatie doet, maar uit pure nieuwsgierigheid bleef ik tussen de gebaksschoteltjes en de koffiekopjes staan en ik hield mijn ogen en oren goed open. De man wilde iets zeggen, maar dat kreeg hij simpelweg niet voor elkaar. De arme ziel was helemaal in shock. Het werd doodstil in de winkel en uiteindelijk kwam de verkoopster achter de kassa vandaan.


‘Mag ik misschien even in uw tas kijken?’, vroeg ze verlegen. Niet eerder zal een vermeende dief met zoveel beleefdheid benaderd zijn. De man knikte bedeesd en opende de tas.

‘Hij is leeg’, zei de verkoopster op een toon alsof ze zojuist een grondig politieonderzoek had afgerond.

Bleek

De vrouw die de beschuldigende vinger had uitgestoken trok bleek weg. Ze verdween vliegensvlug achter het schap met geurkaarsen en gebloemde kussentjes en kwam er weer achter vandaan met een grijze fietstas in haar handen. Hij was afgezet met een blauwe bies. Het was precies dezelfde als die van de man.

Sorry

‘Sorry’, zei ze. ‘Ik heb me vergist. Dit is de mijne.’ Ze boog het hoofd, zei nog een paar keer sorry en sloop de winkel uit. De man keek haar nog even na en rekende toen zijn teiltje en de afwasborstel af. Ik keek naar mijn fietstas, een zwarte met een grijze bies, en ik vroeg me af hoeveel er daarvan in omloop waren.